woensdag 30 april 2014

Sneu

Misschien ligt het aan mij, maar eigenlijk hoop ik dat jullie het allemaal wel eens hebben. Er zijn woorden die ik nooit gebruik. Omdat ik me er ongemakkelijk bij voel, omdat ze niet bij me passen of gewoon omdat ik ze raar vind.

Sneu is een woord dat ik raar vind, daarom past het niet bij me en voel ik me er ongemakkelijk bij en daarom zullen jullie me nooit sneu horen zeggen. Ik kan het ook niet normaal zeggen, bij sneu trek ik een gekke bek.

Ik vind het ook net een woord dat niet af is, een woord dat een afkorting is van iets, bijvoorbeeld van sneukelaar of van sneuvelen.
Sneuvelen is heel erg en sneu lijkt mij niet iets dat heel erg is. Bijvoorbeeld als je in de haast een ladder in je laatste behoorlijke panty trekt, dat zou sneu kunnen zijn.
Niet voor mij, ik gebruik in zo'n geval een krachtiger term. Maar ik kan me voorstellen dat een beschaafder type dan zegt :"Hemeltjelief, dat is sneu".

Ik heb ook onderzocht of sneu een enkelvoud is, dat zou kunnen. Het zou het  enkelvoud kunnen zijn van sneuwen, sneuwen is bekken. Dus misschien betekent sneu dan bek. Horen jullie het al: "Hou je sneu eens even". Of "die gozer heeft een grote sneu". Als ik sneu zeg trek ik ook een gekke sneu.

Op mijn zoektocht naar de oorsprong van het woord sneu kwam ik niet echt een bevredigende verklaring tegen. Ik weet nog steeds niet waar het vandaan komt.

Het lijkt me een typisch Nederlands woord, de woordenboeken geven de volgende vertalingen weer:
too bad, schade en dommage.

Ontzettend irritant, ik weet niet waar het vandaan komt, wanneer wij (behalve ikzelf natuurlijk) het zijn gaan gebruiken.
Ik kan jullie wel vertellen dat een sneu ook een dwarslijn aan een beug is, maar dat verklaart het gebruik van sneu nog niet zoals ik hier bedoel.
En nee, ik ga niet googelen op beug, geen idee wat het is en dat kan me op dit moment niet scheulen ook.

Ik kan jullie wel nu meteen bekennen dat ik soms een enorme sneukelaarster ben (dat is een vrouw die veel snoept).
Ik wil niet sneukelen want ik wil afvallen, maar soms blijf ik sneukelen en daar heb ik dan spijt van, dat vind ik dan too bad, schade en dommage.

Dan zal sneu toch van sneukelen komen, want ik zeg voortaan tegen mezelf na een vreetaanval: "wat een sneue bedoening nou weer".

Mocht er onder mijn lezers een taalkundige zijn die kennis heeft van het ontstaan van het woord "SNEU", alsjeblieft, laat me dat weuten.






dinsdag 29 april 2014

Ik ben een geweldige vent

Als het leven niet helemaal gaat zoals ik wil, ga ik op de spiritualistische toer. La vie en esprit, zeg maar.

Ik ben erg bezig met affirmaties op het moment. Het schijnt dat als je iets maar vaak genoeg tegen jezelf zegt, je dat vanzelf gaat geloven waardoor het waar wordt.

Het werkt niet altijd en helemaal. Als het hoost van de regen, kan je vrolijk huppelend, met druipend haar tegen jezelf zeggen: "Het is droog". Dat werkt maar gedeeltelijk. Omdat je vrolijk doet en huppelt word je vanzelf wat vrolijker, niet minder nat maar wel vrolijker.

Dit is natuurlijk een ordinair voorbeeld. Ik heb van mijn lieve vrienden, My en Mau, een doosje gekregen met kaartjes met hondenaffirmaties. Ik blader ze vaak door. Nu ligt er een kaartje voor me met een tekening van een gelukkige hond erop en de tekst :" The time to be happy is now".
Dat is waar, natuurlijk is dat waar. Alleen is dat voor een hond makkelijker in praktijk te brengen dan voor ons.  Honden leven in het nu, gisteren is vergeten en om morgen maken we ons geen zorgen.
Dat kunnen ze niet, Casper en Carlie en hun collega's. Als we naar de dierenarts moeten, loop ik me zorgen te maken. Ik denk:"Als alles maar goed is met de schatjes, als die bult maar niets raars is, als ze maar geen pijn hebben". Terwijl ik dat denk liggen die honden te snurken. Als ik lief tegen ze zeg:" we moeten morgen naar de dokter", hebben ze geen idee wat ik zeg maar ze hebben aandacht dus ze kwispelen. Ze hebben mijn liefdevolle aandacht, dus het leven is goed.

Er zijn affirmaties die ik leuk vind en waar ik in geloof. Om tegen jezelf te zeggen: "het gaat elke dag beter en beter" werkt wel, je gaat beslist geloven dat het elke dag beter en beter gaat.

Er zijn ook affirmaties die me irriteren. Ik vind het overdreven en ongeloofwaardig om stralend te roepen:
"Vandaag stroom ik over van liefde en ik omarm iedereen die ik tegenkom". Daarbij is het ook niet praktisch en niet echt uitvoerbaar. Stel je loopt door de Albert Heijn en je begint al die mensen te omarmen. Ik geef je op een briefje dat de kans op een fikse ruzie veel groter is dan de kans op een positief gevoel.

Vroeger hadden we geen affirmaties, we hadden wel psalmen. Ik weet nog dat ik als kind een zeer positief en gewijd gevoel kreeg als mijn klasgenoten zongen :"Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand".
Ja, mijn klasgenoten, ik mocht vanwege het ontbreken van elk muzikaal gevoel  niet meezingen.

Ik zag het wel voor me, ik zag me aan de hand van een harige meneer met een jurk aan door moeilijk begaanbare bossen lopen, met uiteindelijk doel grazige weiden.  Gek hè? Maar dat zag ik nu eenmaal tijdens de godsdienstles. Hoewel ik geen duidelijk beeld had bij die grazige weiden.

Een jaar of tig geleden ging ik samen met een collega naar een of andere motiverende workshop. We waren wat te laat en toen we de zaal binnen kwamen rennen konden we meteen aan de bak. Iedereen hing met zijn hoofd voorover met zijn armen te zwaaien. Vermoedelijk omdat ik de slappe lach kreeg werd ik door de Amerikaanse goeroe meteen op het podium geroepen.
Hij had er zijn missie van gemaakt verkopers dusdanig te motiveren dat ze geen sale meer zouden missen.

De zaal zat vol mannen, ik was zo ongeveer de enige vrouw.Nou, afijn, daar stond ik op het podium, in die enorme zaal, face to face met de goeroe.
Ik kreeg een zin op die ik de zaal in moest schreeuwen. Een soort van Tsjakka, tsjakka. Niet gewoon zeggen, nee schreeuwen. Ik keek de goeroe wat vertwijfeld aan. Dat irriteerde hem en hij blèrde me toe: Meri-En, GO FOR IT".

Ik kreeg nog het bevel mee elke ochtend in de spiegel tegen mezelf te zeggen : You are a terrific guy.
Hij was duidelijk niet gewend aan vrouwen in zijn publiek.

Eenmaal thuis had ik heel wat om over na te denken. Ten eerste moest ik eraan wennen om mezelf dagelijks te vertellen dat ik een geweldige vent ben.
En daarbij liet die term: "Go for it" me niet los.

Tegenwoordig hebben we daar een Nederlandse term voor. We zeggen: "Ik ga ervoor" of "we gaan ervoor".
Iedereen zegt het, ik ook wel eens. Maar het voelt altijd wat onnatuurlijk.
Als ik zeg: "Ik ga ervoor", denk ik meteen: "En wie gaat dan erna".

Ik heb regelmatig aanvallen van spiritualisme en het helpt. Ik zeg tegen mezelf:

"The time to be happy is now"

of

"Het gaat elke dag beter en beter"

en elke dag in de badkamer, doe ik eerst mijn lenzen in, knik mezelf vriendelijk toe en roep:

"Meid, je bent een geweldige vent".

donderdag 24 april 2014

Verwondering

Hoe oud je ook wordt, er blijven in dit leven zaken waarover je je verwondert. Soms ook heel gewone dingen. Zoals het mooie paarse viooltje dat zich door de stenen in onze tuin een weg baant naar het licht. Tussen alle grasjes en paardenbloemen die wij zuchtend en steunend wegsnijden en koelbloedig vermoorden, staat daar opeens het viooltje. Het viooltje mag blijven, ze is prachtig en ze groeit en bloeit tegen de verdrukking in. Wonderlijk.



Zo heb ik me ook weer verwonderd over tulpen. Ik koop zelf nooit tulpen. Ik vind ze mooi in een bollenveld, ik vind ze mooi op een plaatje (ik heb ooit porseleinen onderzetters gehad met tulpen erop) ik vind ze ook nog wel mooi in een vaas. Twee dagen, de eerste twee dagen. Daarna worden ze wat slappig en hangen ze amechtig over de rand van de vaas. Dan vind ik ze niet mooi meer, ik vind het slapjanussen. Het rare van tulpen is ook dat ze in de vaas doorgroeien. Als ik voor mezelf of voor iemand anders een gemengd boeket koop, zorg ik altijd dat er geen tulpen inzitten. Na twee dagen is de hele harmonie uit het boeket verdwenen. Alle bloemen blijven beschaafd op grootte, maar die tulpen groeien onbeschaamd door.

Ik verwonder me ook over de zwaan die al jaren op dezelfde plek hier om de hoek haar nestje bouwt. Ik volg ze al een jaar of vijftien. Dit jaar maak ik veel foto's van ze. Zoals mama Zwaan daar ligt in dat vernuftig gebouwde nest met als concessie aan de moderne tijd ook wat plastic meubels erin. De broedtijd van een zwaan is best lang, ruim 7 weken, en ik ga regelmatig kijken. Ik hoop dat ze op enig moment even weg is zodat ik een foto van de eieren kan maken.

Ik verwonderde me vandaag over mijn agenda op mijn laptop, ik moest wat invullen op een datum eind mei en toen zag ik dat het op 29 mei Hemelvaartsdag is. Best handig dat ze dat vast in je agenda zetten. Als je een afspraak in wilt plannen, zie je meteen wanneer het een feestdag is. Wat ik bijzonder vond was dat op de datum na Hemelvaart in mijn agenda stond: "Dag na Hemelvaart". Ja hallo, dat snappen we ook wel, dat de vrijdag na Hemelvaart de dag na Hemelvaart is.

Ik verwonder me ook over onze schaar. Onze schaar woont in de keukenla. Maar onze schaar heeft schijnbaar last van claustrofobie. Hij ligt bijna altijd op het aanrecht. Ik leg hem vaak, heel vaak terug in de la. Dan kom ik een uurtje later weer in de keuken en wat denk je? Hij is weer uit de la geklommen en ligt weer op het aanrecht. Gekke schaar.

Herman en ik eten nooit gebak. We zijn er allebei niet gek op. Behalve op Koningsdag, (vorig jaar nog Koninginnedag) dan vreten we ons kotsmisselijk aan Oranjetompoezen. Maf he? Ze liggen al in de koelkast,
Dit is de eerste Koningsdag. Bijzonder wel. Voor jullie. Wij hebben hier in huis een heel andere feestdag.

Onze Casper wordt vier, 26 april 2014 is voor ons Casperdag. De mooiste en liefste reu van de wereld wordt vier jaar oud. Wij vlaggen voor Cassie, wij zingen voor Cassie en wij eten tompoezen voor Cassie. En Cas, die krijgt een extra kluif, een extra knuffel en nog meer liefde dan anders.

Want als iets ons verwondert is dat wij de baasjes zijn van deze superhond.


woensdag 16 april 2014

Terugbellen

Iedereen die veel met klanten omgaat kent het verschijnsel :"Ik moet die moeilijke klant bellen, maar ik wil niet."
Het maakt niet uit hoe volwassen en belangrijk je bent, iedereen die met klanten werkt schuift een telefoontje wel eens voor zich uit.

Je geeft jezelf ook nog allerlei legitieme redenen om niet nu maar straks, morgen of zelfs na het weekend te bellen.

Je loopt natuurlijk het risico dat de Moeilijke Klant zelf belt. Dat is nog erger. Je neemt de telefoon op en je noemt de bedrijfsnaam en je eigen naam. Stel, je zegt: met maatschappij X, u spreekt met Marieke van Beusekom.

Het is eigenaardig dat ik al tikkende een naam zoek en dan met Marieke van Beusekom aankom, ik ken helemaal geen Marieke van Beusekom,. Mochten jullie een Marieke van Beusekom kennen, dit gaat niet over haar. Ik verzon deze naam ter plekke.

Maar goed, Marieke van Beusekom neemt de telefoon op en hoort aan de andere kant :" Mevrouw van Beusekom, u spreekt met Moeilijke Klant".
Potdorie, denkt Marieke van Beusekom, had ik nu maar zelf gebeld. Daar heeft Marieke van Beusekom gelijk in, zelf bellen is beter, aanval is de beste verdediging en Moeilijke Klant kan dan nooit zeggen: "Mevrouw van Beusekom zou bellen, maar ik heb weer niets gehoord."

Na een zinloos gesprek met veel uitleg (te veel uitleg) van de kant van Marieke van Beusekom en veel gezeur (te veel gezeur) van Moeilijke Klant, is de relatie tussen Marieke van Beusekom en Moeilijke Klant weer wat slechter geworden.

Dit gebeurt me niet meer, denkt Marieke van Beusekom en ze zet de volgende dag boven aan haar To Do List: 1.moeilijke klant bellen.

Op het moment dat Marieke van Beusekom de telefoonhoorn pakt, komt er een collega binnenlopen.
Moeilijke klant bellen daalt op het prioriteitenlijstje.

Collega is weg, Marieke van Beusekom gaat op herhaling en strekt haar hand uit naar de telefoon. "Pffff" denkt Marieke van Beusekom "eerst even naar het toilet".
Dan is het pauze, Moeilijke Klant moet wachten tot na de lunch. Na de lunch voelt Marieke van Beusekom opeens een migraine-aanval opkomen. Ze is een flinke meid, dus ze werkt door. Maar Moeilijke Klant kan ze nu echt niet aan. Morgen maar.

Oh nee. Marieke van Beusekom bedenkt opeens dat het vrijdag is. Moeilijke Klant bellen wordt over het weekend heengetild.
Het zit Marieke van Beusekom niet lekker en net voor einde werktijd stuurt ze een mailtje naar Moeilijke Klant.

Geachte Moeilijke Klant,

Ik heb geprobeerd u te bellen, het is me helaas niet gelukt. Ik neem volgende week contact met u op zodat we kunnen overleggen over de te volgen stappen. Prettig weekend, Moeilijke Klant, met vriendelijke groet, Marieke van Beusekom.

Klokslag 17.00 uur tikt Marieke van Beusekom op "Send", sluit haar computer af, pakt haar tas en haar jas en gaat het vrije weekend tegemoet.

Niet helemaal een onbezorgd weekend, want Marieke van Beusekom neemt Moeilijke Klant mee. Want Moeilijke Klant is er volgende week weer, zelfs moeilijker dan ooit omdat hij niet teruggebeld is.

Ik heb zelf lang geleden geleerd dit soort telefoontjes meteen af te handelen, het gezeur achter de rug te hebben en hopelijk een zaak opgelost te hebben. Moeilijke Klant is namelijk geen Moeilijke Klant meer als er naar hem geluisterd wordt. Er zijn klanten die altijd en voor iedereen moeilijk zijn. Daar moet je afscheid van nemen. Dat zijn niet alleen moeilijke klanten, maar moeilijke mensen.

Ik lig nu zelf in de clinch met een Marieke van Beusekom en ik ben Moeilijke Klant.
Ik weet van mezelf dat ik geen moeilijke klant ben en ik zeg tegen mijn Marieke van Beusekom, kom op meid, laten we het even uitpraten of stuur me even een mailtje met antwoord op mijn vragen.

Maar niet weer een mailtje op de laatste minuut van de laatste dag van de week met de belofte dat je volgende week contact opneemt.

Beste Marieke van Beusekom, eens verlies je je geloofwaardigheid. Vat de koe bij de horens, bijt die zure appel door en laat zien dat je een intelligente, klantvriendelijke en professionele meid bent.
Leer van mij Marieke en stel in de toekomst de telefoontjes naar Moeilijke Klant niet meer uit.

Echt ik leef met je mee, het is niet eenvoudig de telefoon te pakken en Moeilijke Klant te bellen, maar luister eens, achteraf denk je altijd: " heb ik me daar nou zo druk om gemaakt? Dat viel mee" .

Fijne dag nog, Moeilijke Klant.

Hetzelfde mevrouw van Beusekom en bedankt voor het bellen.

P.S. Twee uur na het verschijnen van dit artikel heeft mijn Marieke van Beusekom gebeld en weten jullie?
Moeilijke klant is geen moeilijke klant en Marieke van Beusekom is een vakvrouw.

zaterdag 12 april 2014

Lente

Kennen jullie de Mei van Gorter: "Een nieuwe lente, een nieuw geluid" ?

Deze zin kwam spontaan bij me op toen ik vanmorgen vroeg met Carlie buiten stond, fototoestel om mijn nek.  De zwaan zit namelijk weer op haar nestje. Elk jaar volg ik de zwaan tijdens het broeden (dat duurt nog behoorlijk lang), ik probeer ook een foto van de eieren te maken en daarna van de kleintjes natuurlijk.



Op deze heerlijke, frisse lenteochtend, keek ik anders om me heen dan anders. De toekomst is vol uitdagingen en het verleden vol herinneringen. Op deze wandeling in mijn eigen Almere, de wandeling die ik in de afgelopen twintig jaar talloze keren heb gedaan. Van elke vakantie maken we  foto's. Vandaag een fotoblog, van een heel gewone wandeling op een heel gewone zaterdag. De wandeling die ik eerst liep met Jimmy, daarna met Jimmy en Bonny, toen met Jimmy en Joy, toen met Joy en Casper en vanmorgen alleen met Carlie. Herman en Casper deden hun eigen route.


Een boom, vlak bij de vaart, Carlie zat toch even iets te doen waar ze tijd voor nodig heeft. Toen kreeg ik het idee, waarom alleen de zwaan, waarom niet de hele wandeling.












Mag ik zwemmen of vind je dat geen goed idee?














Een "eilandje" in de vaart, jaren geleden is er eens een hondje heengezwommen, hij durfde er niet meer af, dus de baas moest te water.







Het watervalletje, de honden zwemmen hier graag
Er is tijdens de winter, jaren geleden eens een hond te water geraakt, gered door zijn bazinnetje. Hond liep 's middags weer rond, vrouwtje lag op Intensief Karree, ze heette trouwens mevrouw de Vries.



Falderalderiere


Ligt hier nog iets goors?


Mevrouw Meerkoet is ff weg
Schapen, Jim is ooit onder het hek doorgekropen om kennis te maken met deze vreemde honden. Ik had geen keus: klimmen, tussen de schapen en met hond onder mijn arm weer dat rothek over.
Eenden op safari in het park
De vlindertuin, daar waren vroeger alleen twee heuveltjes, ideaal om honden af te matten 


Over het bruggetje, richting huis
Bijna thuis, een heerlijk uurtje met hond en fototoestel
En toen was er koffie.

Dat was super, met andere ogen kijken naar je directe omgeving. Een route vol herinneringen, vooral aan de honden, al hun vriendjes en hun baasjes. De baasjes die er nog zijn lopen nu ook met andere honden. We praten nog vaak over ze, over Toetsie en Moby, over Jimmy en Joy. En dan roepen we Abby of Bijou of Casper en Carlie en we gaan allemaal weer naar huis, aan de koffie. Till we meet again.

donderdag 10 april 2014

Zonder woorden

Ja, daar ben ik weer,  Supercassie.
Dit is een blog over communicatie en taal. Ik, als intelligente hond, vertel jullie dat jullie taal als communicatiemiddel enorm overschatten.

Neem een voorbeeld aan mij, mijn mensen weten precies wat ik wanneer bedoel zonder dat ik ze ook maar iets hoef toe te blaffen.

Mijn mensen hebben samen en met andere mensen hele gesprekken., En wat schieten jullie, mensen, daar nou helemaal mee op?

Nou, neem van mij aan, geen moer.

Ik doe het als volgt: ik weet precies welk mens ik waarvoor nodig heb. Als ik eten wil of gewoon een snackie moet ik bij mijn vrouwmens zijn. Ik ga voor haar zitten, doe mijn kop een tikkie scheef. Let wel, dat is belangrijk, een tikkie. Het moet namelijk net niet schattig worden, er moet nog wel iets van gezag uit dit gebaar blijken. Dus met mijn kop een tikkie scheef ga ik haar aan zitten staren.
Ze voelt dat ik naar haar kijk en al snel kijkt ze ook naar mij en daarna naar de klok. Als het etenstijd is, staat ze op en zegt ze: "Ach Cassie, wil jij je brokjes? Nou dan ga ik toch jullie brokjes maken".

Is het geen etenstijd, zegt ze: "Oh Cassemannekereltje, wil jij een lekker koekje?". En ze staat op om een koekje voor ons te halen.
Voor ons, Want Carlie lift natuurlijk mee op mijn succes.



Kop een tikkie scheef, maar wel een beetje streng blijven kijken.

Als ik uit wil, moet ik bij mijn manmens zijn. Voor de kleine rondjes hebben wij een duidelijke onderverdeling, de vrouwen en de mannen.

Mijn manmens is niet altijd even punctueel, dus als hij wat later is met de ronde, zet ik mijn voorpoten op zijn stoel. Dat is een duidelijk signaal, vervolgens ga ik op afstand naar hem zitten kijken. Het werkt altijd, hij moppert een beetje, moet dan lachen en gaat vervolgens zijn schoenen aantrekken en pakt mijn riem. Hij moet het maar leren, 3 uur is 3 uur.

Eens in de week gaan wij met ons manmens en nog een ander manmens (met hondje) naar het bos. Dat vinden we leuk. Het andere manmens komt ons precies om 8.40 halen en dan gaan we met zijn allen naar het bos.
Mijn vrouwmens gaat dan niet mee, zij kan dan even lekker stofzuigen en dweilen zonder dat ik hoef te helpen, ze zet dan schoon water voor ons neer en als we terugkomen wacht ze ons op met koffie voor de manmensen en een koekje voor ons.

Ons koekje is zo op, het probleem is dat wij onze brokjes pas krijgen als de visite manmens en zijn hondje weg zijn. Soms zegt mijn vrouwmens: "Wil je nog een kop koffie?".
Ik heb haar een keer zo vuil aangekeken dat ze dat niet meer flikt.

De vreemde manmens mag zijn koffie opdrinken, maar dan moet hij weg. Hij zit me niet in de weg, maar ik wil eten en dus moet die hond de deur uit.

Ik ga, na de koffie, eerst naast mijn vrouwmens zitten. Ze moet lachen en ze zegt dan "Cas heeft honger".
Goed zo, zij heeft het door, vervolgens ga ik voor de visite manmens zitten en ik ga hem aan zitten staren, als hij naar me kijkt, kijk ik nadrukkelijk naar de uitgang.

En ja, het kwartje valt. ":"Moet ik gaan, Casper, dan krijg jij je eten hè?" .
Hij roept zijn hondje en gaat en mijn vrouwmens gaat meteen de keuken in, onze brokjes in de bakken doen.

Zo hoort het, lekker wandelen, dan wil ik eten en daarna ga ik lekker op de bank liggen snurken.

Ze  begrijpen me allemaal,  Supercassie heeft het helemaal voor elkaar, zonder een woord.

Ik zei het al: taal als communicatiemiddel wordt zwaar overschat.



dinsdag 8 april 2014

Oma vertelt

Tegelijk met het ontbijt nemen wij ook altijd het nieuws tot ons. Vaak is er in het nieuws iets te zien of te horen dat mij inspireert tot een tragisch, vrolijk of humoristisch verhaal. Zoveel uitbundigheid aan het begin van de dag wordt hier ter plaatse niet op prijs gesteld, dus meestal hou ik me in.

Vanmorgen raakte ik zo geïnspireerd dat ik niet alleen Herman maar jullie allemaal lastig val met een herinnering, ik kon er weer om lachen.

Deze herinnering werd opgeroepen door de premiere van de film "toen was geluk heel gewoon" en de overvaltraining die winkeliers op het moment krijgen.

Lang geleden, toen geluk heel gewoon was, werkte ik bij de Amrobank op het filiaal Haarlemmerplein. Superleuke buurt om in te werken, gezellige joviale klanten en Frits Lambrechts (maar dat is een verhaal apart).

Overvallen waren toen nog niet echt common use, geluk dus wel.

Op een bankfiliaal had je, behalve het gewone volk, procuratiehouders. Meestal waren dat wat stoffige heren met grijze pakken en een superieure houding naar de gewone bankbedienden toe.
Wij hadden er twee, de heer Peereboom en de heer van Vliet.
De heer van Vliet was nog redelijk losjes in de omgang. Hij kwam elke dag op zijn fietsje voorgereden, zette de fiets op slechts een slot (het leven was eenvoudiger toen), pakte zijn zadeldekje, kwam de bank binnen en begaf zich rechtstreeks naar zijn belangrijke procuratiehouderbureau. Meneer van Vliet was kalend en kwam op een dag binnen met een toupetje op. Wij waren gewend om goedemorgen te mompelen maar namen meestal niet de moeite de leidinggevenden ook aan te kijken. Anders dan normaal bleef de heer van Vliet bij ons bureaublokje staan, hij bleef zo lang staan dat we wel op moesten kijken. Vol verwachting stond hij daar, wachtend op een compliment over zijn nieuwe kapsel.
"Ha meneer van Vliet, weet u dat u uw zadeldekkie op uw kop heeft?"  Wij klapten dubbel en de heer van Vliet struinde weg terwijl hij zijn zadeldekkie van zijn kop trok en in de zak van zijn driedelig procuratiepak propte.
Meneer van Vliet was de joligste van de twee, meneer Peereboom was een en al serieuze procuratie.

Op een dag was er bij een ander filiaal een overval. Groot nieuws natuurlijk. Onze procuratiehouders trokken zich terug in een vergaderkamer en kwamen daar samen tot de conclusie dat het personeel weerbaar gemaakt moest worden, zodat we wisten wat te doen bij een overval.

De beste manier om dit te bereiken was volgens de wijze heren een oefening, er moest een overval nagebootst worden. Om het reactievermogen van het baliepersoneel in zijn puurste vorm te kunnen beoordelen werden wij niet van deze dolle plannen op de hoogte gesteld.

De heer Peereboom verliet onder het voorwendsel "even naar de dokter" het bankkantoor.
Meneer van Vliet zat aan zijn bureau te procureren en wij deden ook gewoon waarvoor we ingehuurd waren.

Op een moment dat het niet zo erg druk aan de balie was kwam een man met een voor ons zeer bekend pak aan het kantoor binnenrennen. Hij had een speelgoedpistool in zijn hand en een nylonkous over zijn kop.
Zwaaiend met zijn pistool riep hij: "Dit is een overval".
Wij keken even op en gingen gewoon door waarmee we bezig waren. Een van de collega's vroeg beleefd: "Ach meneer Peereboom, wilt u opzij gaan of een anders een nummertje trekken?".

De heren procuratiehouders zetten in hun rapport aan de hoofdbank dat het personeel van filiaal Haarlemmerplein zeer koelbloedig zou reageren in geval van een bankoverval.

Dit speelde zich af in het jaar dat de film "toen was geluk heel gewoon" begon.

Ik wacht met spanning af wat voor herinneringen het nieuws morgen weer in mij oproept.



zaterdag 5 april 2014

KOO

Iedere beroepsgroep heeft zijn eigen afkortingen en uitdrukkingen. Iedere professional moet opletten dat hij niet in vakjargon vervalt tijdens een gesprek met een leek.

Als een jurist bijvoorbeeld een brief stuurt met bijlagen, spreekt hij of zij niet over bijlagen maar over producties. Het duurde bij mij even maar als ik nu een advocaat hoor zeggen: "Wat vind je van productie 3?", weet ik dat ik geacht word bijlage 3 te bekijken.

In mijn vak heb je dat ook. Je vraagt gewoon niet aan de gemiddelde klant: "Is uw KEW van voor of na de BHW?". Een mede-adviseur weet onmiddellijk waar je het over hebt, maar een leek toch niet?

Ik ben op dit moment between jobs en voor de time being ben ik werkeloze. Ik kan jullie vertellen dat je dan in een hele nieuwe wereld met een hele nieuwe taal terechtkomt. Natuurlijk heb ik tijdens mijn opleidingen alle afkortingen en termen geleerd, ik weet wat WW betekent, ik kan jullie zonder problemen uitleggen wat er bedoeld wordt met restverdiencapaciteit en loonvervolguitkering. Ik heb alles geleerd van de WIA en WULBZ (loondoorbetaling bij ziekte).

Maar als je zelf tot de beroepsgroep der uitkeringstrekkers behoort val je toch van de ene verbazing in de andere. Tijdens mijn research kwam ik op een website die hoelangwerkeloos heet. Interessant en deprimerend vond ik wel. Je vult wat gegevens in en vervolgens berekent het programma op wetenschappelijke gronden hoe groot de kans is dat je ooit nog een baan vindt.
Als ik begin met invullen, opleiding en werkervaring is het programma nog behoorlijk optimistisch. Maar zodra ik mijn leeftijd invul is alle vrolijkheid van het scherm verdwenen. De kans dat een werkgever deze hypotheekadviseur met veel levens-en werkervaring en de juiste diploma's ooit nog een baan zal aanbieden is minder dan 6%.

Al googelende kwam ik ook de term KOO tegen.  Leuke afkorting hè? Het betekent niet KNOCK OUT & OVER, dat was mijn eerste gedachte.

Maar ik weiger KO te zijn en Over accepteer ik al helemaal niet.

Het gebeurt wel eens in dit leven dat je het met een medemens oneens bent. Je staat opeens lijnrecht tegenover elkaar en je bent boos en in de war.  Opeens dacht ik te weten wat KOO betekent. Klaarblijkelijk Onheus en Onfatsoenlijk.

Daarbij vond ik het vervelend en irritant dat ik mij de hele kwestie zo aantrok, maakt mij dat Kwetsbaar Overgevoelig en Overdreven? Dat is toch niet erg? We hebben allemaal onze kwetsbare en overgevoelige kanten. De ene persoon kan ons nu eenmaal meer kwetsen dan de ander. Overgevoelig ben ik echt soms en overdreven? Ook wel eens.

Ik kan nu eenmaal  niet bepalen hoe een ander zich tegenover mij gedraagt, ik kies wel zelf mijn reactie daarop.  Ik kies ervoor om gekwetst en overgevoelig te zijn. Maar nu niet meer, ik kies voor een  andere betekenis van de afkorting en ben vanaf vandaag KOO, Knuffelig, Ondernemend en Opgetogen.

Knuffelig, omdat het gewoon gezellig is.
Ondernemend, geen baas wil mij nog hebben, dus ondernemen is de juiste optie.
Opgetogen, omdat Klaarblijkelijk Onheus en Onfatsoenlijk mijn stemming niet meer beïnvloedt.

Ik wens jullie allemaal een Knuffelige, Ondernemende en Opgetogen zaterdag en vervolgens een Kwalitatief Onwijze en Ontspannen zondag.


woensdag 2 april 2014

De Weduwe

Het nieuws wordt al dagen gedomineerd door de overvallen juwelier in Deurne.

Het is vreselijk dat mensen zo belaagd en bedreigd kunnen worden door mensen die blijkbaar vinden dat ze ergens recht op hebben.

Bij dit soort nieuws denk ik altijd aan Weduwe Hartman, de sigarenwinkel die zij samen met haar man in Amsterdam Oost had is 18 keer overvallen. Bij de 15e keer is André Hartman gedood in november 1993. In de buurt van de winkel is een brug naar hem vernoemd. Ik zie nog de krantenfoto voor me waarop Weduwe Hartman bij de opening op de brug staat.
Ik vind het ontzettend moedig dat zij door is gegaan met de sigarenwinkel, ik las net op internet dat de winkel in juni 2013 weer overvallen is.

Ik weet nog dat Weduwe Hartman op de voorpagina van de krant stond, lachend op de brug die naar haar man was genoemd. Ik vond het een optimistische, goeduitziende en sterke vrouw.
Omdat ze er zo goed en lachend uitzag durfde ik het wel aan, ik nam de krant mee naar mijn volgende afspraak met Meniek, onze huiskapster." En Mejan, hoe wil je je haar?", vroeg Meniek altijd. Ik wist eigenlijk nooit wat ik wilde, ik zei altijd wat slapjes: "doe maar als altijd". Maar niet die keer, nee, ik zei fier tegen Meniek :Ik wil het zo als weduwe Hartman het heeft". Meniek vond het even wat vreemd maar een uurtje later verliet ik de Kniphut met mijn Coupe Weduwe Hartman.

Dit geneuzel even terzijde, Herman en ik zitten met verbazing te kijken naar een aantal demonstranten en jongens die opkomen voor de neergeschoten overvallers.
Het is natuurlijk vreselijk dat die jonge jongens worden neergeschoten, maar wij zitten ons in verbijstering af te vragen hoe die kinderen (want dat zijn het toch eigenlijk nog) ertoe komen, gewapend en wel een juwelierszaak of wat voor zaak dan ook, binnen te lopen, mensen te bedreigen en met geld en/of sieraden het pand te verlaten. En och, als iemand zichzelf of zijn spullen verdedigt, dan schiet je gewoon.

Wij vinden niet vreemd, wij vinden het zelfs moedig dat een vrouw haar man en winkel verdedigt en ook schiet. Ik heb geen idee hoe iedereen aan die wapens komt, maar dat is volgens Herman niet zo ingewikkeld.

Een van de argumenten van een aanhanger van de overvallers was dat het feit dat je zwaaiend met een pistool een winkel binnenstormt, niet wil zeggen dat je ook schiet. Dus de reacties vond hij zwaar overtrokken.

Maar vanmorgen is het hoe en waarom ons haarfijn uitgelegd, op de televisie was een jongeman die duidelijk wist te maken hoe jongens tot deze daden komen.

Het is heel simpel: ze willen ook wel eens dure spullen hebben en die kunnen ze van een uitkering niet bekostigen, dus ze hebben geen keus. De enige manier om te krijgen waar ze recht op hebben is het plegen van gewapende overvallen.

Het leven van mevrouw Hartman is door de overvallen veranderd en getekend, het lijkt me dat mevrouw Hartman nooit meer een echte onbezorgde dag heeft gekend. Dit geldt ook voor de vrouwen van een aantal neergeschoten juweliers. En dat geldt nu helemaal voor dat echtpaar in Deurne.

En dat allemaal omdat die werkeloze jongens ook wel eens dure spullen willen hebben?



Communicatie

Alle menselijke relaties vallen of staan bij een goede communicatie. 

Dit heb ik pas gehoord, echt gebeurd.

Hoe het ging:

X:"Hallo?

Y:"Ja met mij, ik denk ik bel maar even want per mail komen we er niet uit"

X:"Ik vind de toon die je aanslaat niet kunnen"

Y:"Maar ik hoor niets van je, ik zit maar te wachten, ik weet toch niet wat je besloten hebt?"

X"Ik heb je toch een brief geschreven?"

Y"Brief, wat voor brief? ik heb geen brief ontvangen"

X"Nee, dat kan ook niet want die ligt hier nog op een stapel"

Y:"Dan weet ik toch niet wat je geschreven hebt?"

X:"Maar dat staat in die brief"

Y:"Maar die heb ik niet kunnen lezen, want die heb je niet verstuurd"

X:"Nee, dat klopt, die brief is niet verstuurd, dat vond ik niet verstandig"

Y: "Kun je het niet vertellen nu dan?
 Kun je niet zeggen wat in die brief staat zodat we een oplossing kunnen zoeken?"

X:"Nee, want ik heb het allemaal al geschreven, nu heb ik geen tijd meer voor je, ik moet weg"

Y:"Wanneer praten we dan verder?"

X:"We laten het nu rusten want ik heb belangrijker dingen te doen. Ik bel je van de week terug"



En toen....... niets. 


Hoe het had moeten gaan:

Locatie: restaurant, X en Y ontmoeten elkaar.
kus, kus, kus.

X:" Hoe is het met je?"

Y: "Gaat wel en met jou?"

X: "Moeilijk"

X en Y bestellen een thee en een maaltijdsalade.

X : "Ik heb besloten de zaken tussen ons op deze wijze af te wikkelen, ik wilde je dit niet per brief laten weten, ik snap dat het teleurstellend voor je is, maar gezien mijn huidige situatie heb ik geen keus.

Y: " Het is inderdaad een streep door de rekening, maar ik begrijp waarom je tot deze beslissing bent gekomen, ik waardeer het enorm dat je me het eerlijk vertelt."

X: " Ik hoop echt dat het goed met je gaat in de toekomst en als ik iets voor je kan doen, laat me dat dan weten"

Y: "Ik denk dat ik het wel red, ik hoop dat het leven voor jou ook gauw wat makkelijker wordt en hou me op de hoogte. Ik dank je in ieder geval voor de afgelopen 25 jaar. Ondanks het feit dat je onze overeenkomst af en toe hebt geschonden en ondanks dat ik daar behoorlijk last van heb gehad, heb ik je altijd graag gemogen.

X:" Jij ook  bedankt voor alles, vooral voor je vriendschap en loyaliteit. Wil je nog een espresso?

Y: " Nee dank je, ik ga, bedankt voor de lunch en het ga je goed.

3 kussen en Y loopt, vechtend tegen de tranen het restaurant uit, X blijft achter, denkt even, nog heel even aan Y. Rekent af en gaat verder, verder met een hectisch leven, verder met belangrijker zaken.

En toen...... niets

Maar wel een ander niets, een respectvol niets. Een niets waar je mee verder kunt.

Communicatie, alle relaties vallen en staan ermee.