zaterdag 31 augustus 2013

Ze zeggen wel eens...

Uitdrukkingen, gezegden en zegswijzen. Ik zal jullie het wetenschappelijk onderbouwde onderscheid besparen. Het gaat mij om het fenomeen op zich.
Hebben jullie ook wel eens dat je een uitdrukking hoort en dat je je dan afvraagt "waar komt dit vandaan?". 
Ik heb dat regelmatig, ik moet het dan ook meteen opzoeken. Hoogst irritant als je weet dat je iets op moet zoeken, maar niet meer weet wat. Dus meteen doen of even opschrijven. 

Is het jullie ook weleens opgevallen dat mensen die een diepzinnige uitdrukking in de strijd gooien, de uitdrukking zelf vaak vooraf laten gaan door: "Ze zeggen wel eens...." of "Ik zeg altijd....". Waarom zou dat zijn?  Boeiende vraag, maar niet belangrijk in het kader van dit blog dus dit even terzijde.

Laatst drong de volgende uitdrukking zich aan mij op: "Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald". De betekenis is zo duidelijk, dat hoeven we niet op te zoeken. Ik ben wel eens ten hele gedwaald terwijl ik beter ten halve had kunnen keren. 
Toen ik als zelfstandig ondernemer vanwege de enorme drukte op zoek was naar een medewerker, ben ik in zee gegaan (dit is een uitdrukking, dus vat het niet letterlijk op) met een mede-ondernemer. De noodzaak tot samenwerking was in die tijd zo groot dat ik het waarschuwende stemmetje in mijn hoofd vastberaden het zwijgen heb opgelegd.  Er werden afspraken gemaakt en toen ik ten halve eigenlijk wilde keren kon dat fatsoenshalve niet meer, dus ik ben ten hele gegaan. Zeg maar rustig ten hele gedwaald. Het heeft me financieel en emotioneel de nodige hoofdbrekens gekost, had ik maar eerder eieren voor mijn geld gekozen. Ik heb me knollen voor citroenen laten verkopen.
In dit geval zal ik de rest van mijn leven betreuren dat ik mijn intuïtie niet gevolgd heb. Maar ja, als hebben komt is hadden te laat en boontje komt om zijn loontje.  De man in kwestie noem ik even Boontje.

Het is gebeurd en ik heb het op het nippertje overleefd.  Weten jullie wat een nipper is?
Ik, als voormalig schippersvrouw, kan jullie dat haarfijn uitleggen. Een nipper is het achterste gedeelte van het schip. Als je als matroos aan de late kant was en het schip al aan het afmeren was, kon je nog net op de nipper springen.

Ik vind het leuk om dat te weten maar het is natuurlijk niet echt belangrijk. Ze zeggen wel eens "het sop is de kool niet waard". Ik zal jullie even uitleggen hoe we aan die uitdrukking komen. Heel vroeger als ze kool wilden eten en het vleesnat waarin de kool gekookt kon worden van slechte kwaliteit was, vonden het ze het zonde van hun lekkere kool. Zo, nu weten jullie toch even hoe of wat. Ook zo'n vage, veelgebruikte term. 

Mijn Amsterdamse omaatje zei wel eens:"Ik seg maar so, ik seg maar niks, let op mijn woorde, je sal sien dat ik gelijk heb".  

Mijn vader was dol op Franse uitdrukkingen zoals: "On ne bat pas une femme, meme pas avec une fleur".
Leuk dat het gebruik van bepaalde uitdrukkingen blijkbaar bij bepaalde persoonlijkheden hoort.

Zelf vind ik eigenlijk alle uitdrukkingen interessant, maar mijn favoriet blijft het overal en altijd bruikbare:
"Het is me allemaal wat". Volkomen nietszeggend en juist daarom zo handig.
Zij zeggen wel eens, maar ik zeg altijd: "het is me allemaal wat".


woensdag 28 augustus 2013

Examen

Hoe oud en wijs je ook wordt, een examen blijft een zenuwslopend gebeuren. Het is nu 28 augustus 10.00 uur en over twee uur zit ik in de Oval Tower in Amsterdam in een Test Center onder toezicht van een Test Center Toezichthouder, daarbij is er ook nog cameratoezicht. Allemaal om te voorkomen dat wij, slachtoffers van de Wet Financieel Toezicht, frauderen.
Je mag je eigen rekenmachine niet meenemen, daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik ben zelf nooit verder gekomen dan een simpel telmachientje, maar er bestaan rekenmachines waar je complete formules in kan zetten. Nu vind ik het zelf al ingewikkeld genoeg om op papier de overdrachtswaarde van een pensioen te berekenen, laat staan dat ik zo'n formule ergens in moet programmeren. Maar goed, geen eigen rekenmachine kan ik nog begrijpen. Maar de pennen worden ook door het Test Center ter beschikking gesteld. Dat vind ik raar, na alle cursussen en workshops bij Reaal heb ik een aardige verzameling mooi gekleurde pennen met het mooie SNS Reaal logo erop. Ik had het wel symbolisch gevonden om met een SNS Reaal pen die vreselijke berekeningen uit te voeren.

Ik heb van het exameninstituut een mail gekregen met uitgebreide instructies van alles wat wel en voornamelijk wat niet mag. Zonder legitimatie kom je er niet in, dat is logisch, dan had ik natuurlijk een veel slimmer type betaald om uit mijn naam 30 keuzevragen te beantwoorden.

Ik kreeg gisteren nog een smsje van het Examen Test Center waarin ik succes gewenst werd en stond er streng onder: vergeet uw legitimatiebewijs niet. Heel attent wel.

Ik heb maandag nog een paar uur geleerd en daarna het boek dichtgedonderd. Ik weet zeker dat als ik nu ga bladeren de paniek zal toeslaan.

Ik heb me behoorlijk voorbereid, ik heb de workshops bij Reaal gevolgd onder de inspirerende leiding van mijn favoriete trainer.  Zelfs van een dramatisch onderwerp als instroom in de WIA maakt ze nog iets boeiends.

Ik heb allerlei berekeningen gemaakt en meerdere proefexamens gemaakt. Daar ben ik voor geslaagd, wat zou het heerlijk zijn als je dat even door kon bellen: "Hallo meneer van het Test Center, u spreekt met Marianne Croes, ik bel even om te zeggen dat ik niet voor 1 maar voor 4 proefexamens ben geslaagd" (even in vertrouwen, voor 1 examen was ik eerst gezakt, maar de tweede keer riant geslaagd). En dat de meneer van het Testcenter dan zou zeggen: "mevrouw Croes, wat een topprestatie van u, ik ga u onmiddellijk vier diploma's opsturen".

Zo werkt het helaas niet, ik ga me straks melden bij het Examen Test Center, met de uitnodiging en mijn legitimatiebewijs en zonder rekenmachine en pen.

Ik hoop wel dat ik mijn leesbril bij me mag houden, zonder dat zie ik het scherm niet eens, laat staan dat ik de ongetwijfeld boeiende stellingen met de drie mogelijke antwoorden eronder op het scherm zie.

Ze zullen toch niet denken dat ik mijn leesbril gemanipuleerd heb en dat ik formules op de pootjes heb laten graveren? Je zou er niets aanhebben omdat je dan je leesbril af moet zetten.

Het laatste examen van enige importantie dat ik de laatste decennia heb gedaan was dat voor de Erkenning.
Dat klinkt wel hè, de Erkenning?.  Dat diploma moet je hebben wil je jezelf Erkend Hypotheekadviseur kunnen noemen. Dat was nog niet in een Test Center, maar in de Jaarbeurs. Met een heleboel kandidaten en een heleboel toezichthouders en de opgaven op papier. Ik zag als een berg op tegen dat examen, maar ik heb het gehaald. Eindelijk erkenning, dacht ik nog.

Ik weet uiteraard nog niet hoe het vandaag gaat, het kan vriezen, het kan dooien, het blijft een momentopname, je hebt je best gedaan en dit zijn nog maar een paar van de bemoedigende opmerkingen van de laatste dagen.

Ik ga in ieder geval goed om me heen kijken daar, ik zal jullie later een uitgebreid verslag doen van het reilen en zeilen in het Test Center in de Oval Office.

Jullie horen van me, ik ga naar de slachtbank. Ach, ik heb mijn best gedaan, het kan twee kanten op. Gaat het de verkeerde kant op ga ik volgende maand weer. Maar eigenlijk wil ik dat niet, ik hou niet van zakken, dus ik bedwing mijn zenuwen, haal diep adem en zie het betrekkelijke van het hele gebeuren in.

Nou, ik ga, ben goed voorbereid en helemaaaaal niet nerveus. Nog even plassen voor ik ga.

28 augustus, namiddag
Daar ben ik weer lieve vrienden, verslagen en gedesillusioneerd. Ik kon de waardeoverdracht van pensioenen dromen, ik wist de sterftetafels zowat uit mijn hoofd. Daar vroegen ze niets over. Er waren een paar vragen bij die naar mijn gevoel helemaal niet in dit examen thuishoorden, ik heb wat dingen moeten gokken en ik heb tweemaal te veel fout gegokt. Gezakt, twee punten te weinig.

Het begon al geweldig. Er zat een oudere (!) man aan de balie die, bij gebrek aan een echt beroep, al die zenuwelijers moest ontvangen, ze een sleutel voor een safe moest overhandigen en de kandidaten in het bezit moest stellen van de tabellen (waaronder de vandaag helaas overbodige sterftetafels), de pen en de rekenmachine

Ik overhandigde hem keurig mijn legitimatiebewijs en de uitnodiging van het Test Center, hij bekeek me meewarig en zei op trieste toon: "dat u dit nog moet doen op uw leeftijd".

Ik ga er maar vanuit dat hij dat zei op basis van mijn geboortedatum op mijn legitimatie en dat hij geen schatting had gemaakt na bestudering van mijn kop. Ik had namelijk behoorlijk wat tijd besteed aan de maquillage. Met resultaat, al zeg ik het zelf.
Ik haat dat soort opmerkingen, wat moet ik dan op mijn leeftijd? Op de bank zitten met steunkousen aan, met de rollator naar Albert Heijn en een keer per week naar de bingo?
Hij liet het klinken of ik kwam voor een screentest voor een trapeze-act of zo.  Op mijn leeftijd, hoe haalt hij het in zijn grijze kop?

Hoe dan ook, ik laat mijn boeken even met rust en ga in het najaar weer een keer. We gaan nu richting namiddag, ik ga mijn verdriet verdrinken in de witte wijn.

Nog een keer de stress, ik begon dit verhaal met "hoe oud en wijs ook". Ik voel me niet wijzer, maar wel een stuk ouder dan vanmorgen, en dat allemaal door de tactloze grijze man achter de balie van het Test Center.



vrijdag 23 augustus 2013

My en Mau




Een jaar of dertig geleden werkte ik bij een Technische Handelsonderneming in Amsterdam Zuid. De eigenaar had twee bedrijven, ons bedrijfje zat op de eerste verdieping. We zaten in een oud Amsterdams pand en op onze verdieping hadden we gezellige suitedeuren. Zijn andere bedrijf in projectverlichting zat op de begane grond.
Voor het verlichtingsbedrijf was op een bepaald moment een vacature voor een administratief medewerkster. Na een aantal gesprekken waren twee dames over. Vanachter de suitedeuren bespraken twee heren de capaciteiten van de sollicitanten.
"Welke zullen we aannemen, wat vind jij?"
"Nou, die natuurlijk" was het antwoord van de baas terwijl hij zijn handen een ruime meter voor zijn borst hield. Zwaar overdreven, ik ben zelf redelijk bedeeld op dat gebied maar een vrouw met een cupmaat als hij aanwees kan echt niet rechtop staan. Vreemd, maar de borstomvang was voor de heren in de sollicitatieprocedure een criterium.

Een paar maanden later was er bij ons bedrijfje behoefte aan een technische man. Ook hier waren na een aantal gesprekken twee kandidaten over. Omdat ik met de nieuwe collega nauw zou samenwerken vroeg mijn baas mij: "wat vind jij, welke van de twee zullen we aannemen?"
Ik had ze allebei gezien en aarzelde geen seconde: "die met dat donkere haar en die baard natuurlijk."
"waarom die?".  Dat was eenvoudig "dat is verreweg de aantrekkelijkste".
Mijn baas zei bestraffend: "uiterlijk is geen criterium".
Nadat ik hem gewezen had op de borsten van de nieuwe secretaresse verliet hij met rode konen ons kantoortje. Maar de beslissing was genomen, de knapste van de twee werd aangenomen.
Dat was Maurits.

Mau en ik zaten meteen op een lijn. Ons bedrijf importeerde ondermeer verkeerstelapparatuur (raar woord, maar het waren kastjes die auto's telden, maar dat weet Mau uiteraard veel beter). Maurits moest vaak op weg om apparaten die niet deugdelijk functioneerden te repareren.

Ik herinner me nog dat ik een keer gebeld werd door een boze man van de gemeente Breda die wilde weten hoe snel Maurits bij hem kon zijn, want dat rotapparaat deed het weer niet. Ik liet hem lekker uitkafferen en beloofde dat Maurits zo snel mogelijk langs zou komen. Opeens  begon de man te stotteren en hij zei:
"hij komt net binnen". Puur op telepathische basis had ik Mau laten weten op de terugweg de gemeente Breda even aan te doen.

Toen Maurits net bij ons werkte trouwde hij met Mylène,  de band was nog niet zo sterk dat ik naar het huwelijk ging, maar wel van dien aard dat Maurits en ik samen in de Beethovenstraat placemats uitzochten als huwelijkscadeau.

Al gauw gingen we ook privé met elkaar om. Onze baas was, zacht uitgedrukt, een man van zeer wisselende stemmingen. Dat was ook de oorzaak van de vele vacatures. Niemand hield het lang bij hem uit. Ook ik had het na drieënhalf jaar wel gezien. Ik heb wel gewacht met opzeggen tot ik zeker wist dat Maurits er was om me op te vangen. Op advies van Maurits en Mylène ben ik in de makelaardij terechtgekomen en zo ben ik in mijn beroep van hypotheekadviseur gerold.

We werkten niet meer samen (Maurits heeft het met de stemmingswisselingen ook niet lang meer uitgehouden). We bleven wel bevriend, Jan en ik, Maurits en Mylène. Zo goed bevriend dat ze vroegen of Jan en ik peetouders van hun eerste kind wilden zijn.
Uiteraard was ons petekind het mooiste kind van de wereld. Erika,de moeder van Maurits, en ik aanbaden dat jochie. We hebben er net  nog over gemaild, als Joost in het bad werd gedaan, gingen we mee, als hij in bed werd gelegd waren we erbij. Als Joost sliep zaten Erika en ik samen op de grond met een wijntje en een peuk eindeloze gesprekken te voeren.

Maurits is een topvent en zijn vrouw is een supermeid. Mylène is Mylène, met niemand te vergelijken. Ondanks wat gezondheidsproblemen is ze altijd haar lieve, spontane en humoristische zelfje gebleven.
In 2002 zijn Mylene en ik met nog twee vrouwen een paar dagen naar Parijs geweest. Ik wist het toen nog niet maar die paar dagen samen waren een groot geluk want kort daarna emigreerden ze naar Australië. Jan en ik zijn inmiddels gescheiden, My en Mau zijn dit jaar 30 jaar getrouwd.
Ze zijn dus ook al 30 jaar in mijn leven. Ik mis ze, Maurits, Mylène, de jongens en Erika.

Joostje is inmiddels een knappe vent van 26, zijn net zo'n mooie broertje Bas is een paar jaar jonger. Erika is een paar jaar geleden ook naar down under vertrokken. Gelukkig hebben we de mail en facebook. Af en toe komen ze even naar Nederland en dan vallen de jaren weg. My en Mau zijn me nog steeds heel dierbaar en het is fijn om ze even te kunnen knuffelen.

Het zou heerlijk zijn nog een keer samen met Erika achter Joostje aan te hobbelen, hoewel ik niet denk dat hij het erg op prijs zou stellen als zijn oma en peetmoeder op de rand van zijn badje kwamen zitten.

Ze zitten nu op een zeilboot, My en Mau met hun zoons en hun vriendinnetjes, ze vieren hun 30 jarig huwelijk.(sommige mensen vinden het leuk op een boot).  Ik denk veel aan ze op het moment, want ze zijn ook al 30 jaar mijn vrienden.
Dankzij facebook en mail blijven we elkaar volgen. Vanmorgen heb ik  nog uitgebreid gemaild met Erika, ik ben aldoor aan het uitrekenen in wat voor tijd zij nu zitten. Als ik bijna naar bed ga, staan zij op en andersom.

Wat ben ik blij dat ik ruim 30 jaar geleden tegen de man met de wisselende stemmingen heb gezegd:
"Doe die met dat donkere haar en die baard maar".

My en Mau, jongens en girls,  heel veel plezier op jullie zeilreis, zet veel foto's op facebook en gefeliciteerd met jullie huwelijksjubileum.

My en Mau, het wordt niet vaak genoeg gezegd, dat doen we nu eenmaal niet zo gauw, ik zeg het nu wel en nog wel en publique:

Lieverds, ik hou van jullie.


zaterdag 17 augustus 2013

Poesiealbum

"Twee open oogjes, een hartje van goud"




Dit schreef ene Ellen in 1962 in mijn poesiealbum.

Vanwege een ontstoken oog breng ik dit weekend voornamelijk in duisternis door. Heb er eerder last van gehad.  De oorzaak was een combinatie van rondvliegende stofdeeltjes en airco. Ik mijd de airco zoveel mogelijk maar in mijn kleine, inpandige kantoortje was het met de warmte niet te doen. Vooral als je beseft dat je er zelf net zo rood en glimmend uit moet zien als de mensen tegenover je. Omdat vorige keer het hoornvlies vol gaten zat, besloot ik het niet weer zover te laten komen.
Al zoekende naar mijn zonnebril op sterkte (lenzen zijn nu streng verboden) stuitte ik op mijn oude poesiealbum.
Raar dat je nooit meer aan zo'n ding denkt maar het toch je hele leven met je meesleept.

Ik kreeg dit album van Sinterklaas op 5 december 1959.  Mijn moeder had het in opdracht van Sinterklaas gekocht en dat was te zien. Al mijn vriendinnetjes hadden van die schreeuwerige en zoetige boekjes. Mijn moeder hield daar niet van en dus had ze zonder verder overleg met Sinterklaas voor mij een saai, beige album gekocht met een slot. Ik vond het toen niet leuk en nu nog niet. Vandaar dat ik er zo weinig in kijk. Het was misschien in ogen van volwassenen in 1959 een smaakvolle keus maar kleine meisjes hebben geen smaak. En elke keer als ik mijn saaie album in handen heb gaat er een steek door me heen. De steek van teleurstelling op Sinterklaasavond 1959 doet zich elke keer weer voelen.

Maar ruilen was er niet bij, hier zou ik het mee moeten doen. Ik vroeg nog voorzichtig "waarom?", maar ik wist het antwoord al :"omdat ik het zeg". Einde discussie en nu zit ik met een van mijn jeugdtrauma's in handen.

Mijn moeder was zo verbolgen over mijn ondankbaarheid dat ze op de eerste bladzijde schreef:

Tevredenheid, dat is een gunst
Tevreden zijn dat is een kunst
Tevreden blijven een groot geluk
Tevreden worden een meesterstuk

Op zich best mooie woorden, maar waarom zo belerend en eigenwijs eronder: "Dit zet ik op dit albumblad, omdat het zoveel goeds bevat".  Ze is er niet meer, maar anders had ik graag nog eens een gesprek over tevredenheid met haar gevoerd.

Lelijk of niet, het album is wel een herinnering aan een periode van mijn leven.

Ik weet nog dat juf van de Walle uit de tweede klas een lief gedichtje had geschreven, ze had de krullerige hoofdletters nog met kleurtjes versierd en ik vond het prachtig. Alleen had juf verzuimd een plaatje naast haar gedicht te plakken. In mijn kinderlijke wansmaak vond ik die plaatjes schitterend, hoe meer glitter hoe beter. Ik hoorde juf tegen mijn moeder zeggen: "daar komt een tekening van Bart". Mijn moeder vond het geweldig maar ik was volledig in de stress. Bart was de verloofde van juf en zelfs als zevenjarige zag ik dat Bart erg lelijk was. Ik heb er wakker van gelegen; een afbeelding van lelijke Bart in mijn lelijke album. Gelukkig had ik het volkomen verkeerd begrepen. Ik dacht dat er een portret van Bart zou komen, maar hij tekende naast het gedichtje een bloemenstilleven.

De tekening van Bart


Al bladerend door mijn lelijke album zag ik al die meisjes weer voor me, de meesten dan.
Het rijmpje dat me nu het meest raakte was niet van een meisje dat erg veel indruk heeft gemaakt, het gedicht echter hakt er nu behoorlijk in.

Lilian schreef op de linkerbladzijde: lidje, laadje, trauw nooit met een soldaatje. Er schreven wel meer meisjes losse kreten op de linkerbladzijde. Maar het rijmpje van Lilian op de rechter bladzijde, dat is pas echt erg:



10 zijn je kinderjaren
daar is weinig tegen in te brengen,

20  is de tijd van sparen
daar kan Lilian achteraf gezien gelijk in gehad hebben

30 moet je zijn getrauwt,
daar heb ik me aan gehouden Lilian, het huwelijk heeft geen stand gehouden, maar ik moest van jou op tijd trauwen.

40 is daarvoor te oud 
dat kan jij vinden Lilian, maar gezien je vorige stelling moest ik het ruim na mijn dertigste nog een keer proberen.

Nu wordt het  pas echt erg:
50 gaat je leven zakken
dat is nogal een boute uitspraak, de vijftigers van nu zijn heel wat fitter dan die bejaarden van toen wij klein waren, maar dat kon jij ook niet weten.

60 krijg je ongemakken
hier moet ik Lilian gelijk in geven, de leesbril is onmisbaar, je figuur verandert en je kan niet meer doorzakken zonder er de volgende dag als een oud lijk uit te zien en in mijn geval doen de knieën niet meer zo lekker mee.

70 daalt je leven af 
wat bedoelde je daar precies mee, Lilian? Het was fijn geweest als je dat even had uitgelegd, nu moet ik maar afwachten.

80 sta je bij het graf 
bij wie zijn graf? Dat zeg je er niet bij, niet mijn eigen graf neem ik aan. Of bedoelde je dat je dan je graf staat uit te zoeken? Of wou je eigenlijk zeggen: "met 1 been in het graf?"

90 hoop je nog te leven
ik moet je eerlijk zeggen, Lilian, nadat ik vanmorgen per ongeluk dat rotalbum vond weet ik niet of ik dat hoop.

En dan dat stichtelijke einde, Lilian toch, we zaten op een christelijke school, maar kon dit niet wat origineler?

100 zij door god gegeven.

Dan sluit Lilian af met: je schoolvriendin, Lilian Visser.

Mooie vriendin was jij, Lilian Visser. Ik kan me je niet herinneren en dat is maar goed ook, wat een rotgedicht.

Nee, dan het gedicht van Bea:
Twee blauwen ogen,
Een hartje van goud
een zuiver geweten
zorg dat je dat houd.
Een lief gedichtje, jammer dat het niet klopt, ik heb nooit blauwen ogen gehad, ik heb goenbruinen ogen die nu ontstoken zijn. Ik heb ook mijn twijfels bij het hartje van goud en mijn geweten plaagt me weleens.

Dicht dat album en weer in de bureaula, ik zet mijn zonnebril op ( ja, die heb ik ook gevonden) en hoop dat ik gauw weer twee open oogjes heb.

Ik vraag me af met wat voor ongemakken Lilian Visser worstelt, we zijn tenslotte even oud.

van mijn Tante Gerda,gelukkig met plaatje







donderdag 15 augustus 2013

Oud wijf

augustus 2013

mijn nieuwe lunchtrommeltje

Oude Zaanlander en Oudewijvenkoek.

Discriminatie blijft ons bezig houden.
Vorige week was er een storm van kritiek op Rene van der Gijp omdat hij gezegd had dat er meer hetero's dan homo's voetballen. Ik begreep de commotie toen niet en dat doe ik nog niet.
Vorige week was ook op het nieuws dat Oprah Winfrey in een Zwitserse tassenwinkel was gediscrimineerd. Oprah heeft inmiddels haar excuses gemaakt, ze heeft er spijt van dat het incident zo is opgeblazen.

Nou ja, dat was ook niet te voorzien, als een van de rijkste en beroemdste vrouwen ter wereld een vermeend incident van racisme in de media meldt ga je er niet vanuit dat daar ophef van gemaakt wordt.
Ze liep er die dag wat casual bij (ze had wel haar Donna Karanrok aan maar ze droeg wat weinig sieraden), dat maakt het blijkbaar minder discriminerend. Ik snap er steeds minder van. Maakt niet uit, Oprah heeft het naast zich neer kunnen leggen, de winkel is opeens een stuk bekender en het incident gaat de geschiedenis in als het Zwitserse incident. Misschien commercieel gezien een leuk idee om de naam van de winkel van "Trois Pommes" te wijzigen in "L`incident Suisse".

Saus
Zitten Herman en ik vanmorgen gezellig aan de ontbijttafel, ik doe net mijn twee boterhammetjes kaas in mijn nieuwe barbapapatrommeltje, is op het nieuws dat de naam "Zigeunersaus" als discriminerend wordt ervaren.
Vinden jullie dat ook niet vreemd? Jarenlang wordt een sausje zigeunersaus genoemd en opeens, out of the blue, voelen mensen zich door die naam aangesproken. Ik zou zeggen als je last van die naam hebt koop je chilisaus. Natuurlijk tot er een Chileen opstaat die daar moeite mee heeft, maar dan zoeken we wel weer een ander rood sausje.
Een aantal jaren geleden hadden we net zoiets met negerzoenen, dat vond ik ook al raar. Trouwens hoe je die dingen ook noemt ik ben er gek op. Ik eet ze ook heel vreemd, ik begin namelijk aan de onderkant bij het koekje, vervolgens lebber ik de chocola eraf en op het laatst eet ik die witte zoete kledder. Ik kan ze alleen in het geniep eten. Zowel tijdens als na het eten zie ik er niet uit. Voor mij blijven het gewoon negerzoenen, in Belgie noemen ze negerzoenen negerinnentetten. Daardoor is volgens mij nog nooit iemand van de pedalen geraakt, om maar even  in Vlaamse sferen te blijven,

Ik heb eens gegoogelt op zigeunersaus. In een paar uur tijd zijn er hele fora ontstaan over het onderwerp Het is allemaal een beetje flauw en ik ga jullie niet vervelen met lesbiennes en stamppot, homo's met bokkenpoten en roze koeken ( roze koeken, daar ben ik trouwens ook gek op).
De reeks op de fora is eindeloos, Sauce Hollandaise, witte vla, Weesper moppen, en Engelse drop.
Dat kunnen we zelf ook allemaal verzinnen.

Een sprong er voor mij wel uit: de oudewijvenkoek. Dat bestaat echt, een soort ontbijtkoek met een anijssmaakje.
Gezien mijn leeftijd ben ik het niet eens met die naam, ik voel mij gekwetst en gediscrimineerd.

Ik ga straks toch eens kijken of die koek hier ergens te koop is, neem ik voor Herman een stuk oude Zaanlander mee, gaan we vanavond al kauwend gediscrimineerd zitten te zijn. 




vrijdag 9 augustus 2013

Dure tas

Over het nieuws schrijf ik niet zoveel, er zijn heel veel mensen die dat goed kunnen, laat mij maar mijn onzinverhaaltjes schrijven.
Maar deze week worden we behalve met terreurdreigingen wel erg geconfronteerd met discriminatie. Terwijl ik met een half oog naar VI kijk schrijf ik dit verhaaltje.

Rene van der Gijp ken ik voornamelijk door TV kantine, hij heeft een erg aanstekelijke lach en meer wist ik tot ik deze week niet van hem. Al het gedoe over zijn uitspraak over homo's heeft me aan het denken gezet, vandaar een actuele blog.

Het is een probleem, wat is discriminatie en wat niet?
Rene heeft gezegd dat er minder voetballende homo's zijn dan hetero's. Voor die conclusie hoef je niet gestudeerd te hebben of veel van voetbal te weten. Het lijkt mij een logisch gegeven.
Voor jullie nu denken dat ik homofoob ben, een van mijn meest geliefde mensen  is een man en hij houdt van mannen.
Ik hou van hem, heel veel, zijn geaardheid heeft in mijn gevoel voor hem nooit enig verschil gemaakt. Ik snap discussies over dit onderwerp ook nooit zo goed.
Als je echtgenoot na een huwelijk van jaren komt met de mededeling dat hij liever een man heeft, ja dan zou ik ook wel even in shock zijn. Ik zou trouwens ook in shock zijn als hij liever een andere vrouw had.

Vanavond wordt de stelling van Rene uitgelegd, in VI. boeiend. Ze beginnen met te vertellen dat je geen
homofiel mag zeggen, en dan denk ik meteen weer aan dat flauwe mopje:

"Homo huilt, weet je waarom homo huilt?" Nee? " Homo fiel", ik vond het altijd wel grappig maar dat zal wel fout zijn.

Vanmorgen was op het nieuws dat Oprah Winfrey in Zurich een tas wou kopen die volgens de verkoopster boven haar begroting was. Ik denk dat als ik daar voor die winkeljuffrouw had gestaan ze tot dezelfde conclusie was gekomen. Het verschil is dat Oprah wel € 28.000,- voor een handbag kan uitgeven en ik niet. Dus in mijn geval had Heidi gelijk gehad. Als Oprah tien van die tassen wil kopen hoeft ze haar vakantiebudget niet bij te stellen. Als ik er een wil kopen kan ik minstens tien jaar niet op vakantie.
Het verschil zit in de kleur. Oprah mocht die tas niet zien omdat ze een coloured vrouw is. Ik durf hier niet zwart op te schrijven. Je weet niet wat wanneer als discriminatie wordt opgevat.
Als ik dezelfde tassenbehandeling had ondergaan was dat vermoedelijk niet op het RTL nieuws gekomen.
Ik was die winkel  trouwens niet eens binnengegaan, dus waar hebben we het over.

In mijn werk als hypotheekadviseur moet ik mensen wel eens vertellen dat de hypotheek die zij willen niet haalbaar is. Ik ben eens bijna in elkaar geslagen door een klant die dacht ik dat ik hem afwees omdat hij Turk was.
Bizar toch, het kan of het kan niet en dat heeft meer met inkomen te maken dan met nationaliteit.

Ik las trouwens ook nog dat Oprah in een bijeenkomst met alleen mannen spanning voelt en dan weet ze niet of dat te wijten is aan racisme of seksisme.
Ik vind Oprah een geweldige vrouw, maar zo'n uitspraak geeft toch de indruk dat je linksom of rechtsom gediscrimineerd wil worden. Als ik Oprah was zou ik denken dat die mannen gespannen waren omdat ik rijk en beroemd en was, ik zou ze laten zien dat ik "heel gewoon" ben gebleven en na de bijeenkomst een lekker dure tas gaan kopen.

Laatst hoorde ik een klant over mij zeggen: Is die oudere, stevige mevrouw binnen?

Geloof me, dan moet ik ook even slikken, maar ik zet mijn lach op en sta die klant te woord. Mensen bedoelen daar niets mee. We hebben aan de ene kant een Japanse buurvrouw, aan de andere kant een gedeeltelijk Indische buurvrouw. Aan de overkant woont een man met een labrador.

Dat zijn kenmerken om iemand aan te duiden, verderop wonen Hindoestanen, als wij zeggen: Dat Hindoestaanse gezin bedoelen we daar helemaal niets naars mee. Daarnaast wonen twee homo's die echt niet overstuur raken als ze zo worden beschreven.

Even als nawoord:  Er is nu ene John aan het woord bij VI die niet als homo gediscrimineerd wil worden, hij zegt en passant wel dat alle voetballende vrouwen lesbisch zijn.
Ik heb twee hele mooie voetballende stiefdochters, plaatjes van meiden en ze hebben allebei een vriend.

Ik denk dat iedereen zich gediscrimineerd kan voelen, zit die overgevoeligheid niet meer in jezelf?

Als mensen mij een oudere, dikkige vrouw noemen hebben ze gelijk. Oprah is een gekleurde vrouw, een mooie succesvolle vrouw, maar gekleurd. Mijn geliefde stiefzoon is homo en mijn hond is pikzwart.

Ik hoor net dat van der Gijp het niet zo bedoeld heeft en Gerard Joling heeft de gemoederen gesust. Dat is een geruststelling, dan komt alles goed.

Ik heb nog nooit zoveel over discriminatie nagedacht als deze week. Is dat nu door van der Gijp, door de tas van Oprah of door die klant die mij zo treffend omschreef?

Ik lach erom en misschien zouden meer mensen dat moeten doen.








donderdag 8 augustus 2013

Heeft u een ogenblikje?




Alles voor de klant, zelfs een telefoontje naar een verzekeraar.

Heeft u een ogenblikje?


Je hoort het wel eens in consumentenprogramma's, een wanhopige consument die met een telefoonmaatschappij of een verzekeraar belt en eindeloos doorverbonden wordt.
Dat gebeurt mij eigenlijk nooit. Niet omdat ik een speciale behandeling krijg maar omdat ik daar veel te ongeduldig voor ben. Ik mail liever.

Vanmorgen had ik geen keus, ik had van een verzekeraar snel een antwoord nodig, ik had een mail gestuurd maar daar was niet op gereageerd. Daarbij belde ik niet voor mijzelf maar in het kader van het klantbelang, dan ligt het toch iets anders. Ik moest die verzekeringsmaatschappij bellen.

Ik ben hypotheekadviseur en sinds de AFM (Autoriteit Financiële Markten) en haar vergunningenstelsel is het leven behoorlijk ingewikkeld geworden. Gezien mijn behaalde diploma's en gevolgde PE punten mag ik schadeverzekeringen en levensverzekeringen alleen sluiten als ik deze verzekeringen sluit in combinatie met een hypotheek.
Ik heb voor leven en schade een zogenaamde "beperkte vergunning".

In de software van de maatschappij die ik vanmorgen moest bellen kan ik premies berekenen, ik kan geen digitale aanvraag doen. Dat is op zich geen ramp, ik voer de gegevens in en print de aanvraag, na ondertekening door de klant kan ik de aanvraag inscannen en mailen. Maar bij deze maatschappij had ik de afspraak dat ik een bepaald nummer kon bellen en dan zouden zij iets open zetten waardoor ik digitaal kon aanvragen. Dit is een prettige manier van werken omdat het nogal wat tijd bespaart, naar aanleiding van mijn aanvraag krijgt de klant een mail met gezondheidsvragen en het medisch akkoord is dan heel snel binnen. En snelheid is cruciaal in mijn vak.

Tot vorige week werkte bij deze maatschappij een geweldige deskaccountmanager, waar ik haar ook over belde, zij regelde alles. Deze supermeid is hoogzwanger en inmiddels met verlof. Fijn voor haar, ramp voor mij.
Ik moest dit dus vanmorgen regelen zonder de deskundige, vastberaden en charmante tussenkomst van zwangere Marloes, de deskaccountmanager en mijn gewone accountmanager is ook nog met vakantie, ik stond er echt helemaal alleen voor.

Vanmorgen om 9.15 pakte ik de telefoon, kreeg zo'n mevrouw met een keuzemenuutje, mijn vraag viel volgens mij in geen van de keuzes en terwijl ik zat te denken begon ze opnieuw. Ik heb maar gewoon een 1 ingetoetst  en ik kreeg een meneer aan de telefoon die niets voor me kon doen behalve vertellen dat de afdeling met een kleine bezetting werkte. Die meneer was volgens eigen zeggen alleen van de "overloop", maar hij zou zorgen dat ik teruggebeld werd. Dat gebeurde al heel snel door ene Marloes (niet de mijne uiteraard maar een collega van haar). De snelheid waarmee ik teruggebeld werd was hoopgevend.

Deze Marloes was, geloof ik, van de tussenpersoonadministratie. Volgens haar hoorde mijn vraag thuis bij de afdeling Rekening Courant Beheer. Ik werd doorverbonden naar deze afdeling, maar dat bleek fout te zijn.
Ik moest met mijn probleem naar de Polisadministratie. Daar kreeg ik na een kwartiertje wachten een heel aardige mevrouw aan de lijn. Ze deed echt haar best maar ze had geen idee waar me naar toe moest sturen. Bij haar zat ik in ieder geval niet goed.
Het beste wat zij voor me kon doen was me teruggeven aan de centrale, daar moest ik mijn probleem nogmaals uitleggen en dan zou de telefoniste weten met wie me door moest verbinden.

De centrale had het blijkbaar nogal druk want ik moest een minuut of tien wachten.
Ik was inmiddels het ongeduld voorbij, had de telefoon op de speaker en deed intussen andere nuttige dingen. Toen de centrale mijn verhaal had gehoord was het zonneklaar waar ik heen moest, ik werd doorverbonden.
Telefoon weer op de speaker en wachten maar, na 48 minuten en 19 seconden (volgens het schermpje op mijn telefoon) kreeg ik tot mijn grote blijdschap iemand aan de telefoon. Een echt iemand bedoel ik, want die mevrouw die aldoor zei dat alle medewerkers in gesprek waren en dat ik zo spoedig mogelijk geholpen zou worden was ik inmiddels wel zat. Vol vreugde pakte ik de hoorn weer op in de overtuiging nu snel ter zake te kunnen komen, en wie meldde zich? Juist, Marloes, en nog steeds niet mijn Marloes.

Zo'n twee uur na onze telefonische kennismaking waren we weer bij elkaar, Marloes en ik.
Alleen kon ze nog steeds niets voor me doen, ze zou me laten terugbellen door iemand die vaker met dit ingewikkelde bijltje had gehakt. Daar was Truusje, ze klonk in ieder geval of ze van wanten wist.
Alleen ze kon niets voor me doen. Haar beste advies was even een mail te sturen. Dat vond ik een goed plan, dat had ik zelfs al verzonnen, ik had gemaild maar geen reactie ontvangen.

Er was geen andere mogelijkheid, aanvraag uitdraaien, laten invullen en scannen en voor alle zekerheid naar meerdere email adressen.
Dan is er een grote kans dat de aanvraag ook behandeld wordt. Ik heb geen keus, bellen kost te veel tijd.

Ik ben bezig met de laatste benodigde vergunning, de datum van het examen staat vast.
Ik ben benieuwd wat er eerder is, het medisch akkoord voor mijn klant of mijn diploma WFT leven.

Als het laatste eerder is kan ik de beperkte vergunning leven om laten zetten in een onbeperkte en kan ik weer gewoon via de software aanvragen.

Jongens, wat zal ik een tijd over houden als ik mijn diploma heb, ik hoef dan niet meer te leren en de verzekeraar niet meer te bellen.

woensdag 7 augustus 2013

Piekersmurf

Was ik klein en blauw geweest, ik was de piekersmurf.



Door levenservaring hoor je gelouterd te worden, wat dat ook mag zijn. Ik heb het even opgezocht in de digitale encyclopedie, als je gelouterd bent ben je moreel beter geworden door een ervaring.

Met bepaalde dingen leer je leven als je ouder wordt, door bepaalde ervaringen leer je relativeren. Je oordeelt wat minder snel over anderen. Misschien zijn dat moreel gezien verbeteringen.

Ik heb een vervelende eigenschap die ik nooit heb kunnen afleren, vooral als ik moe of gestrest ben heb ik er last van. Ik ben namelijk een wandelende zorgenzoekmachine. Een soort google op piekergebied. 
Er zijn periodes dat ik niet zonder lijk te kunnen, heb ik de ene zorg opgelost en denk ik even opgelucht achterover te kunnen leunen dient de volgende zorg zich aan.
Denk nou niet dat mijn leven een en al ellende is, het zijn lang niet allemaal grote zorgen. Er zijn ook onbenulligheden waar ik over pieker.


Mijn collega piekeraars


In de zorgelijke tijden ben ik een "wat als" type. Bijvoorbeeld wat als dat rare plekje op mijn neus huidkanker is of wat als ik die vlek niet uit mijn witte broek krijg of wat als ik met Casper loop en ik kom die gevaarlijke reu tegen. Dat is maar een greep uit mijn piekermomenten de afgelopen tijd.

Het vlekje op mijn neus stelt niets voor, is uit mijn witte broek en ik ben die enge reu niet tegengekomen.

De ervaring heeft mij geleerd dat als zich echt een ramp voltrekt ik prima in staat ben die het hoofd te bieden. Ik heb al heel wat stormen, ziektes en operaties overwonnen. Ik heb een echtscheiding overleefd en ik heb jaren geleden een dreigend faillissement weten af te wenden.
Er zijn tijden dat ik mijn zorghoofd onder controle heb, maar er zijn ook tijden dat mijn zorghoofd mij in de greep houdt. Gek word ik ervan.

Op dit moment verzorg ik de katten en de planten van vakantievierende vrienden. Ze zijn lief die katten, ik word elke dag met verheugd gemiauw ontvangen. De katten mogen niet in de woonkamer en niet naar buiten. Aangezien behalve planten in de woonkamer ook een aquarium staat met hongerende vissen moet ik elke dag wel even de woonkamer in. Ik geef eerst de katten eten en glip dan de woonkamer in. Als ik mijn taakjes in de woonkamer heb verricht staat het poezenvolkje me in de hal op te wachten met het vaste voornemen de kamer in te komen. Als ik dat gevaar, gooiend met speelgoedmuizen, heb afgewend kan ik eigenlijk gaan. Ik draai de buitendeur achter mij op alle benodigde sloten en stap op mijn fiets. Aan het einde van de straat denk ik : "zijn die katten wel binnen"?
Als ik met Herman ben en hij bezweert mij dat a. de katten binnen zijn b. de deur van de woonkamer dicht is en c. de buitendeur op slot is, durf ik het wel aan. Maar als ik alleen ben ga ik terug. Ik doe de buitendeur van de sloten en op een klein kiertje, ik wurm me naar binnen en word wederom met blij gemiauw ontvangen. Ze zitten binnen, natuurlijk zitten ze binnen en is de woonkamer op slot. Het muizengooiend afscheidsritueel wordt nogmaals opgevoerd en dan kan ik naar huis. Als ik niet terugga laat de vraag of de katten binnen zitten me niet los tot de volgende voerbeurt.

Waarom twijfel ik dan? Ik weet het niet. Waarom ben ik na 1 controle er niet van overtuigd dat het gas thuis uit is, waarom moet ik dat met alle geweld 6 keer controleren. Ik word gek van mezelf. En Herman wordt gek van mij.

Veel van mijn angsten en zorgen zijn irreëel. Als het leven mij iets geleerd heeft is het wel dat dingen toch vaak anders lopen dan je denkt.

Misschien heeft iemand van jullie een idee wat ik er aan kan doen. Zou een therapie nog baten? En wordt dat vergoed?

Wat ik mezelf ook vertel ik kom er niet af. In periodes van vermoeidheid en stress ben ik een zorgenaddict.
Ik weet dat ik moet relativeren. Want zoals een tante me jaren geleden ooit zei : Ach Mariannetje alles is maar betrekkelijk. Ze kon de r en de l niet zeggen dus het klonk als: Ach Mawjannetje awwes is maaw betwekkewijk. Ze heette nog tante Wietje ook. Als ik daar aan denk, moet ik toch weer lachen ondanks alle rampen die mij in mijn gedachten bedreigen.

En zoals wijlen mijn vader zaliger altijd zei: een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest en nimmer op komt dagen.

Hij heeft gelijk, maar in mijn piekersmurfperiodes kan ik niet wewativewen. Ik zei het al : ik ben de piekersmurf.

maandag 5 augustus 2013

Vakantieherinnering

Sinds ik blog komen er steeds meer herinneringen naar boven.
Gisteren zaten Herman en ik herinneringen op te halen aan de vakanties die we samen gehad hebben. We kennen elkaar pas zeven jaar dus we hebben allebei veel vakantieherinneringen van voor ons.

Vlieland


Het is een geweldig eiland.

Jaren geleden ben ik eens twee weken met twee vriendinnen en twee honden op Vlieland geweest, Een van die vriendinnen was erg ziek geweest en nog niet helemaal aangesterkt. Tijdens onze eerste week op het eiland voelde ze zich niet lekker. Omdat een van mijn honden wat mankeerde had ik in het grote café aan de haven gevraagd of er een dierenarts op het eiland was. Die was er niet maar "wij hebben dokter Deen, die doet ook reparaties aan honden" zei de man achter de bar terwijl hij mij mijn wisselgeld teruggaf, "ja" vulde een stamgast aan "wij zeggen altijd: Dokter Deen we nemen er nog een". Op de terugweg naar ons huisje in de Duinen en onze zieke vriendin had ik het telefoonnummer van Dr. Deen vast genoteerd. Ondanks dat wij onze patiënt op woensdag, donderdag en vrijdag aangeboden hadden contact met de dokter op te nemen besloot ze pas op zaterdagochtend dat een doktersbezoek niet meer uitgesteld kon worden. Ik werd als vrijwilliger aangewezen de dokter te bellen en als patiëntenbegeleider mee te gaan. We konden meteen terecht, daar zaten we tegenover de toen nog onbekende Dr. Deen.  Na wat vragen en een onderzoekje konden we de praktijk verlaten met de diagnose gordelroos. Zieke vriendin was nu helemaal aan huis gekluisterd, dus we gingen met zijn tweetjes het strand op en naar het dorp voor de boodschappen met een wenslijstje van de zieke vriendin. Op een dag had gordelroosje een onbedwingbare behoefte aan noga. Dus wij de slijterij annex snoepwinkel binnen. Wij hadden meer behoefte aan een roseetje, dus we hadden beide afdelingen nodig. Nadat we wijn hadden gekocht en afgerekend verlieten we de slijterij en gingen de ernaast gelegen snoepwinkel binnen. De winkelier had dezelfde route afgelegd maar dan binnen. Vriendin beheerde de huishoudpot en toen zij haar portemonnee trok zei de slijter/snoepwinkelmeneer : "en nu de noga mee, dan is iedereen tevree". Na "dr. Deen we nemen er nog een" en de poëtische uitbarsting van de winkelier begrepen wij dat je op Vlieland geacht werd te rijmen. En dat hebben we gedaan, we spraken alleen nog in dichtvorm, tot grote ergernis van gordelroosje.


En nu de noga mee, dan is iedereen tevree





Toen ik hoorde dat er een serie zou komen met Monique van de Ven in de rol van Dr. Deen, moest ik die natuurlijk hebben. Herman is erg van de kortingen, kortingsbonnen en bonuskaarten, dus toen omroep Max een aanbieding had van de complete Dr. Deen serie op DVD sloeg hij aan het rekenen. Het lidmaatschap van MAX woog niet op tegen de kosten van de DVD box, dus sinds enige tijd zijn wij de trotse bezitters van een abonnement op het MAX Magazine.
Ja ik vond het eerst ook een beetje gênant, ik lees het blad in het diepste geheim, je hebt toch zo het gevoel dat als je lid van Max bent de rollator, de inlegzooltjes en de hoortesten binnenkort realiteit zijn.

Gisteren na het ophalen van de vakantieherinneringen dook Herman in de krant en ik pakte noodgedwongen de nieuwe Max. Noodgedwongen omdat mijn E reader aan de voeding lag.

Onze vakantieplannen zijn al gemaakt, maar toen ik de MAX opensloeg was ie daar, op bladzijde 1 meteen, de ideale vakantie. Een najaarsactie, dus helemaal passend in Hermans kortingenfilosofie. Een midweekje naar Sauerland. Een all in vakantie, het zag er best goed uit en echt niet duur voor alle ontbijtbuffetten en 3 gangen dinertjes. Maar het waren de extraatjes die mij bijna over de streep trokken. En ik zeg met nadruk BIJNA.
Let op, inbegrepen zijn:
  • Magic Woboshow ?????
  • Fakkelwandeltocht 
  • Bingoavond  !!!!!!!
We hebben unaniem besloten toch niet op het aanbod van MAX in te gaan hoewel ik graag een blog zou schrijven over de Magic Woboshow voelen wij ons niet aangetrokken tot fakkeltochten en bingoavonden. Dan geven we toch de voorkeur aan de Veluwe of Vlieland. Herman en ik zijn in 2011 samen nog een keer op het eiland van Dr.Deen geweest, met honden uiteraard. Vlieland is een geweldig eiland en we gaan zeker nog een keer.
We gaan ook graag met de honden een weekje of een midweekje weg.

Dit jaar gaan we naar de Ardennen, naar een Bed & Breakfast waar we eerder zijn geweest, met de honden, want zo staat op de site van Chez Maranoa, de hond gaat met vakantie en de baas mag mee.

In oktober als ook deze zomer weer herinnering is krijgen jullie een blog over deze gastvrije mensen en hun gezellige bed & breakfast waar we ons zo welkom voelen.


donderdag 1 augustus 2013

Willem Elsschot

Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.



Ik heb jullie al eens verteld over mijn middelbare schooltijd, in meerdere blogs geloof ik , bijvoorbeeld deze en deze vooral.
Tot het vierde jaar heb ik op het gymnasium gezeten daarna werd het iedereen duidelijk dat deze opleiding intellectueel gezien geen goede match met mij was en ik ging naar de MMS.
Een middelbare school voor ertussenin meisjes, niet slim genoeg voor het gymnasium maar te slim voor de huishoudschool.
Eigenlijk is het jammer dat die opleiding niet meer bestaat. Het feit dat er allemaal meiden opzaten compenseerden we ruimschoots in het weekend en de opleiding was eigenlijk top.

De exacte vakken die voor mij op het VWO het struikelblok waren, kon ik op MMS niveau prima aan. Er werd veel aan kunstgeschiedenis gedaan en aan de moderne talen. Wij moesten voor alle talen tientallen boeken lezen en dat vond ik heerlijk. Van die boeken maakte je uittreksels en van de minst interessante boeken las je alleen de uittreksels.
Ik dwaal nu een beetje af, maar het eerste uittreksel dat ik maakte was in het Frans, la Peste van Albert Camus. Ik pak dat soort dingen nogal grondig aan en na een paar weken was  het originele boek van Camus min of meer een uittreksel van mijn uittreksel.

Wij moesten voor elke taal een speciaal onderwerp hebben. Dat hield in dat we van elke taal van een schrijver alles moesten weten en alles gelezen moesten hebben. Je had trouwens pech als in je examenjaar een vooraanstaand schrijver overleed want dan werd je geacht daar ook heel veel van te weten. Ik dankte toen en dank nogmaals Simon Vestdijk, hij ruste in vrede.
Mij speciale onderwerp voor Frans was uiteraard Albert Camus (ik wilde eigenlijk Sartre doen, maar dat was zo´n omvangrijk oeuvre dat ik voor Camus gekozen heb).

Mijn speciale onderwerp voor Nederlands was Willem Elsschot, ik heb alles van hem gelezen met als favoriet Tsjip de Leeuwentemmer. Willem Elsschot heeft ook gedichten geschreven, een van die gedichten heet `het Huwelijk`.  Ik weet niet of jullie het kennen, maar als je nog single bent ga je na het lezen nooit op Relatieplanet.  zie relatieplanet

De meest bekende en meest geciteerde strofe uit dit gedicht is prachtig en deze zin gaat vaak door mijn gedachten:

`Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren`

Ik zal het maar bekennen, ik weet niet of ik de enige ben, maar ik heb wel eens moordneigingen. Vanmiddag nog had ik een wat minder leuk treffen in een zakelijk gesprek met iemand. Ik dacht even:......., maar toen dacht ik aan Elsschot. Ik droomde en als ik had gedaan was ik in aanraking met de wet gekomen en was ik vermoedelijk ontslagen (dan ben je denk ik niet onvrijwillig werkeloos) en dan moet je vermoedelijk ook nog de gevangenis in, over praktische bezwaren gesproken.  Dus je droomt en doet niet.

Nog een Wet die mij erg in de weg staat is de Wet Financieel Toezicht, de WFT, de controle op het naleven van die wet gebeurt door de Autoriteit Financiele Markten.
Onze minister heeft verzonnen dat in de WFT een nieuw, hou je vast, Vakbekwaamheidsgebouw, moet komen.


Hoog tijd voor een nieuw gebouw


Ons bestaande gebouw was blijkbaar niet goed en we zijn in de verbouwing. Zeg maar rustig een complete renovatie. We hebben geen keus, dus we doen het. Ik zit in mijn spaarzame vrije tijd berekeningen te oefenen. Nuttige berekeningen voor een hypotheekadviseur maar allemaal prima op te zoeken. Berekeningen die ik na het behalen van het examen weer kan loslaten en zonodig opzoeken.

Ik word er wel eens dwars van, de gedachte dat een of ander knulletje dat wij gekozen hebben zoiets verzint, dat een hele beroepsgroep moet doen wat hij zegt. Dat dit idee zonder veel overleg met de mensen die in het veld werken een wet wordt, en dat door een autoriteit gecontroleerd wordt of wij de wet wel volgen.

Je kunt natuurlijk weigeren, je functioneert prima met je eigen vakbekwaamheidswoninkje en je doet niet mee aan alle nieuwe opleidingen en examens. Ik zou dat wel flink van mezelf vinden. Maar dan mag je straks je werk niet meer doen.

Dus wat doe ik; ik volg de wet want ik ben bang voor de praktische bezwaren.
Willem Elsschot was een wijs man.

Deze nog in blogspot, maar ook op Tekststudio Casper