zaterdag 30 november 2013

Een open deur

Als er een deur sluit wordt aan de andere kant een raam geopend.

Deze zin en allerlei varianten erop heb ik de laatste weken, na mijn ontslag, veelvuldig gehoord. Sommigen halen er zelfs een hogere macht bij als deursluiter en raamopener.
Zoals de meeste uitdrukkingen om iemand die een verlies lijdt te troosten is het natuurlijk een open deur, maar zoals in veel clichématige uitdrukkingen zit er een grond van waarheid in.
Alleen zullen we zelf naar dat raam moeten zoeken en het open moeten zetten.
Ik ben nu een paar weken thuis en ik ben bekomen van de eerste schrik. Tijd om toekomstplannen te maken.
Ik wil weer werken en dat zal ook wel moeten voor de hypotheek en de hondenbrokken, voor de schoorsteen die moet blijven roken en het brood dat op de plank moet komen.
De afgelopen tijd was voor de bezinning en nu is het weer tijd voor actie. Ik ga de komende maanden goed benutten. Gisteren heb ik een workshop gevolgd van de Stichting Erkend Hypotheekadviseurs en ik vond het heerlijk. Onbekende collega's ontmoet, nieuwe contacten gelegd en weer op de hoogte gebracht van de actualiteiten van ons vak.
Ik heb mij ook opgegeven voor het examen Leven. En dan bedoel ik leven volgens de Wet Financieel Toezicht. Het echte leven moet je in de praktijk leren want van het concert des levens krijgt niemand een program.
Ik ben in augustus gezakt voor het examen, ik ben druk aan het leren en ga met positieve gevoelens en geloof in eigen kunnen naar de herkansing.
En dan ben ik, vaktechnisch gezien, klaar voor de toekomst, dan kan middels allerlei certificaten tot eind 2015 mijn vakbekwaamheid aangetoond worden.

Volgend jaar dus alle tijd voor een nieuwe uitdaging, een nieuwe opleiding. Ik ga de opleiding scheidingscoach doen. Niet lachen, dat bestaat. Als hypotheekadviseur heb ik veel te maken gehad met scheidende tiepjes en je ontkomt in zo'n traject niet aan enige geestelijke begeleiding.
Het is een pittige opleiding en het streven is volgend jaar omstreeks deze tijd officieel Financieel Echtscheidingsadviseur te zijn.
Dan wil ik aan de slag als ZZPer, als hypotheek-en echtscheidingsadviseur.
De markt trekt aan, dus alle echtparen die omwille van de crisis bij elkaar zijn gebleven zullen in de loop van volgend jaar zo schoon genoeg van elkaar hebben dat ze mij hard nodig gaan hebben als praktisch en geestelijk baken in een moeilijke tijd.
Gelukkig voor al die aanstaande exstellen ben ik ervaringsdeskundige en ik ben van het soort van kunjenogjankenjankdanmee dus empathisch vermogen en tissues genoeg.

De ervaring heeft mij geleerd dat veel gescheidenen vroeger of later toch weer behoefte hebben aan een nieuwe partner en waar kunnen ze dan beter terecht dan bij hun eigen adviseur met veel gescheiden cliënten in de portefeuille?
Ik denk erover eens in de maand een speeddate borrel te organiseren, waarbij ik de voorselectie al gedaan heb, dat moet niet moeilijk zijn. Ik maak een checklist met leeftijd, kinderen, woning, opleiding etc. Dat moet ik nog uitwerken.
Hier komt mijn relatieplanetervaring weer enorm van pas.

Ik zoek nog een naam voor mijn nieuwe bedrijf, wat denken jullie van "Den Schoonen Leyde"?

Er is een deur gesloten maar aan de andere kant een schuifpui geopend.


woensdag 27 november 2013

Klantenservice

In een week kreeg ik met twee verschillende klantenservices te maken.

Afgelopen zondag was Herman jarig. Ja dank u wel.
Ik ben een enthousiast internetshopper, dus de kadootjes werden keurig afgeleverd. Ik had van tevoren gemeld dat de binnenkomende pakjes onbekeken en onuitgepakt aan mij overhandigd dienden te worden, dus alles in orde.
Ik had er even niet bij stil gestaan dat ons account bij Bol.com op Hermans naam staat. Ik had mijn bestelling geplaatst via mijn eigen laptoppie, moest vervolgens naar boven rennen om de bevestiging (die natuurlijk naar Herman was gestuurd) te onderscheppen. Ze bevestigen wat je besteld hebt en dat is niet leuk in verband met het verrassingseffect.

Een paar dagen later kreeg ik een raadselachtige mail dat ik een ongebruikelijke bestelling had geplaatst voor een bedrag van 305,93. Bol was zo attent dit even te controleren in verband met mijn eigen veiligheid en ik moest op een linkie tikken om een en andere te verifiëren. Als ik dat niet deed was dat een bewijs dat ik deze bestelling inderdaad geplaatst had en zou ik genoemd bedrag moeten dokken.
Je wordt natuurlijk genoeg gewaarschuwd voor dit soort ellende, dus ik heb niksniet gelinkt. En ik bedacht meteen dat het raar was dat ik die mail kreeg terwijl alleen Herman bij onze vrienden van Bol bekend is.

Op de site van Bol vond ik het nummer van de klantenservice en je gelooft het niet, die klantenservice is 24 uur per dag in de lucht. Ik hing vrolijk om 7.15 ´s morgens aan de lijn. Je verwacht dat je de enige bent die op zo'n idioot tijdstip belt maar er waren nog 5 wachtenden voor me.
Je wilt niet weten hoe lang je moet wachten als je op een ordentelijk tijdstip belt.
Toen alle 5 de vroege vogels voor me geserviced waren werd ik geconfronteerd met het volgende probleem:
Er is in het keuzemenu geen nummertje voor fraudeverdenking dus ik heb maar een willekeurig nummertje gekozen en aan een uitermate vriendelijke jongeman uitgelegd wat mijn probleem was. Hij was niet verbaasd, ik was een van de velen. Niets doen, niets linken, mail weggooien. De hele zaak had hun aandacht en vooral een hele prettige dag verder.

Ik was diep onder de indruk van de adequate en vriendelijke klantenservice van Bol.com.

Maar de prestatie van Bol werd de volgende dag overtroffen door Reaal Verzekeringen. 
Ik kreeg een brief, gedateerd 19 november 2013, waarin de ontvangst van mijn brief op 19 november 2013 bevestigd werd. Dat is keurig en snel; ze ontvangen mijn brief op 19 november en sturen dezelfde dag een bevestiging.
Er was maar een probleempje, ik had ze geen brief gestuurd. Ik had er wel over gedacht ze een brief te sturen over een intermediairswijziging, maar dat had ik nog niet gedaan. 
Zouden ze zo goed zijn bij Reaal dat ze al reageren als hun klanten aan ze denken?
Toch maar even gebeld met Reaal, de mevrouw deed in vriendelijkheid niet onder voor haar collega bij Bol.
Ze wilde wel weten op welke verzekering de brief sloeg, dan kon ze me verder helpen. Helaas, dat vermeldde de bevestiging niet. 
Ze kon wel vertellen welke verzekeringen ik had lopen. Dat wist ik ook wel maar ze stond erop het hele pakket even met me door te nemen.
Vervolgens namen we nog even de verzekeringen door die ik ooit gehad had. Je zult mij niet horen zeggen dat ze niet de tijd voor je nemen bij Reaal.

Een antwoord op mijn vraag had ze niet, ze heeft een notitie in mijn dossier gemaakt. Als iemand zich afvraagt hoe het met de briefwisseling zit dan komen ze deze aantekening tegen.

Ik was verward door de mail van Bol en de brief van Reaal, maar chapeau voor beide klantenservices.

donderdag 21 november 2013

Mateloos

Ik ben nu een paar weken thuis, tijd voor de schoonmaak en zelfreflectie. Dat is trouwens een prima combi.
Vanmorgen vulde ik een emmer met water en deed daar een flinke scheut Mr.Power bij.
Wij hebben net een fles Mr. Power gekocht omdat hij in de bonus was. Bonus of niet, het is een bedroevend klein flesje. Je wordt geacht 2,5 keer minder te gebruiken van Mr.Power dan van een ander schoonmaakmiddel.

Op het moment dat ik Mr.Power in de emmer goot diende zich onmiddellijk een moment van zelfreflectie aan. Ik kan dat namelijk niet, ik denk altijd dat meer beter is. Ik gebruik dus de normale hoeveelheid, de hele benedenverdieping ruikt nu naar Mr.Power.
"Waarom??" vroeg ik mij vertwijfeld af. "Waarom gebruik ik nu niet minder?" 2,5 keer minder is mij iets te exact. Dan zie ik meteen een of andere droogstoppel in de weer met een maatbeker, een fles normaal schoonmaakmiddel en een fles Mr.Power. Maar gewoon op het gevoel wat minder, dat zou ik toch moeten kunnen?

Ik denk dat mateloosheid erfelijk is, dat ik het tezamen met de aanleg tot corpulentie, groen/bruine ogen en artrose bij mijn geboorte meegekregen heb van mijn moeders kant.

Al dweilende met een overdosis Mr.Power kwam de volgende herinnering op:
Toen mijn vader aan het dementeren was, maar nog wel thuiswoonde, kreeg hij druppeltjes om rustig te worden. Volgens de bijsluiter mocht hij 3 maal daags (dat staat altijd in bijsluiters, niet per dag maar daags) 3 druppels in een glas water. Mijn moeder ging uit van het principe dat mijn leven ook blijkt te beheersen: "Hoe meer, hoe beter". Na een paar weken kreeg hij 30 druppeltjes in een halve fles Dry Pale sherry. En iedereen het maar raar vinden dat hij zo vaak bijna buiten westen was.

Ik kan er dus niets aan doen, het zit in de genen. Tijdens een van mijn pogingen om te stoppen met roken had ik besloten 5 sigaretten per dag te roken. Ik had deze methode doorgekregen van iemand die op deze wijze geleidelijk was gestopt. Het leek me super. Alleen was ik in week twee op maandag al bezig met mijn rantsoen van vrijdag. Verdomd, ik had er een hele administratie bij. Dus gestopt met deze manier van stoppen.

Laatst nam Herman een doos zoenen (in de bonus) voor me mee (negerzoenen minus neger). Het lijkt of er op die doos staat: "na opening meteen alles opeten".  Want dat doe ik. 's Morgens 6 en 's middags 6, dat dan weer wel.

Ik heb zalf van de dermatoloog voor de enge plekjes die ik soms heb, dun smeren is de instructie. Dun smeren, nou ik kan het niet. Volgens mij helpt dat niet, hoe meer hoe beter. Hele plakkaten smeer ik op de plekjes

Ik kan prima zonder chips, tot de zak open is. Dan treedt het zoenenprincipe in werking.
Hetzelfde met pinda's, spekkies, drop enzovoort.

Er zijn veel lotgenoten in de mateloosheid, zoals ik van iemand hoorde: " mijn discipline is dat ik geen discipline heb".

Ik heb even gegoogeld op mateloos, de enige omschrijving die ik vond was "een vriend verliezen".  Dat schijnt een cryptisch raadsel te zijn. Dat is wel weer leuk, ik ben mateloos gek op cryptogrammen.

Tijd voor zelfreflectie en schoonmaken. Ik wacht wel even met de volgende dweilbeurt met Mr.Power. Nog zo'n ochtend en ik heb een gloeiende hekel aan mezelf. Want ook in gevoelens ben ik mateloos.

woensdag 20 november 2013

Koffertje 17


Foute beslissing.

Tot voor kort had ik nog nooit naar de Miljoenenjacht met Linda de Mol gekeken. Een tijdje geleden was mijn favoriete collega Linda bij de opnamen aanwezig. Mijn Linda is nog leuker dan zij van de Mol dus voor de TV op zondagavond.
Linda (de mijne) niet gezien (die andere wel) en het spel kunnen doorgronden. Sinds die uitzending kijken wij trouw op zondagavond. We blijken zelfs mee te doen, het bingoformuliertje maakt onze zondag nog spannender.
De weggespeelde koffernummers streep je door op je bingoformuliertje.

Vanmorgen was op het nieuws dat de bakker alsnog misgelopen miljoenen claimt (uitzending 3 november 2013)

Gelukkig had ik de bewuste aflevering met de Brabantse bakker gezien. De bakker koos uit alle genummerde koffertjes nummer 17. Zijn zoon had namelijk gedroomd dat de vijf miljoen in koffertje 17 zat. De andere koffers worden op aanwijzing van de kandidaat weggespeeld en zolang het koffertje met de 5 miljoen niet weggespeeld is, kan de hoofdprijs in het gekozen koffertje zitten. Elke keer als er een koffertje weggespeeld wordt zijn wij zenuwachtig met ons bingoformuliertje in de weer.
De zondagavond is verreweg de spannendste avond van de week.

Af en toe krijgt de kandidaat een aanbod met een bepaald bedrag, om dit bod te accepteren moet hij op een rode knop drukken. Doet hij dat dan krijgt hij het geboden bedrag en is het spel ten einde.

Bij een bod van € 125.000,-  gaf de bakker een hengst op de rode knop. Volgens mijn informatie geef  je met die dreun op dat knoppie aan dat je het bod accepteert.

De bakker had dus €125.000,- gewonnen, best een lekker bedrag, maar wat bleek? De bakker en zijn bakkersvrouw hadden tijdens een nonverbaal communicatiemomentje unaniem besloten door te spelen. De dreun op de knop was een vergissing, een slip of the fist, een onbedoelde actie. We kennen die momenten allemaal wel, ik wel tenminste, ik doe wel eens iets waarvan ik denk :"dat wou ik niet doen".

Dus toen de bakker zei::"dit had ik niet willen doen" ging Linda (de Mol, niet de mijne) nog even in conclaaf met de aanwezige notaris. Maar ja, regels zijn regels, dus hoe spijtig ook de bakker kreeg € 125.000,-.
Je krijgt een bod, je slaat op het knoppie. Dat betekent dat je het bod accepteert, dus er is wilsovereenstemming.

Als er nou in koffertje 17 een laag bedrag had gezeten (zeg € 500,-) was er nog niets aan de hand geweest, dan was de winst € 124.500,- geweest, maar nee, de zoon had een voorspellende droom gehad; in koffertje 17 zat de 5 miljoen.

Eerst was de bakker heel sportief, filosofisch en nuchter.  De reactie was in de geest van: "we zijn met niks gekomen en gaan met meer weg".

Jammer voor de bakker, wij niets gewonnen met bingo en telefoonactie (ook jammer).

Maar bijna 3 weken later verschijnt een advocaat aan het firmament die een evidente fout heeft ontdekt. De bakker wilde niet stoppen (zei de advocaat op de televisie) en de notaris zat fout. De bakker had weliswaar op de knopt gedrukt, maar dat betekent niet dat er wilsovereenstemming was, vindt de advocaat.
De advocaat wil nu de 5 miljoen (minus 125.000) hebben voor zijn cliënt, de Brabantse bakker.
De advocaat heeft de bakker benaderd, de bakker is er inmiddels ook van overtuigd dat er een evidente fout is gemaakt, als de club van Linda de Mol niet over de brug komt wordt de zaak voor de rechter gebracht.

Ik dacht nog dat die arme bakker van zijn armzalige € 125.000,- het tophonorarium van een topadvocaat moest betalen.
Maar de advocaat werkt in dit geval op basis van no cure no pay. Wat het honorarium in geval van cure is weet ik niet.

Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden. Volgens mij is het een spelletje, een gok. De bakker heeft een beetje fout gegokt met voorbedachten rade of niet. Wij hebben dat regelmatig als we een staatslot kopen en inspraak hebben in het lotnummer. We kiezen eigenlijk nooit voor het lot met de grote prijzen.

Foute beslissing, jammer, we hadden eigenlijk een ander lotnummer willen kiezen. Zou daar nog iets aan te doen zijn?

maandag 18 november 2013

Pensioendatum

Met 65 met pensioen?  Dat was vroeger ook al niet voor iedereen weggelegd.

"Gefeliciteerd, je hebt de baan" zei de charmante veertiger tegenover mij. Het was onze tweede ontmoeting, ik wist nog niets van zijn stemmingswisselingen, zie Zwarte Piet.
"Ik hoop dat je volgende maand kunt beginnen, we importeren technische materialen uit Engeland en Duitsland, je onderhoudt de contacten met de leveranciers en met de klanten. Je werkt samen met Ria en bij jullie op de kamer zit nog een oudere dame voor de boekhouding"

Op mijn eerste werkdag werd ik door Ria als eerste ingewijd in de wondere wereld van messing scheepsarmaturen toen ik een raar geluid hoorde, een soort bonzen. "Oh" zei Ria "daar is mevrouw Braun".
De oudere dame maakte, leunend op een wandelstok, haar entree. Wat stel je je als twintiger voor bij een oudere dame? Ik had iemand van in de vijftig verwacht, dat vond ik toen al aardig bejaard. Het magere, gerimpelde vrouwtje dat het kantoortje kwam binnenstrompelen was beslist ouder dan vijftig. Veel ouder, later hoorde ik van Ria dat ze 84 was. Mevrouw Braun was toen onze baas het bedrijf overnam een van de voorwaarden. Ze diende mee overgenomen te worden en ze had een baangarantie tot haar dood.

Mevrouw Braun was Duitse van geboorte, woonde al tientallen jaren in Nederland, haar verleden is altijd een raadsel gebleven. Volgens Ria had ze een ooit een vreselijke scheiding meegemaakt en was haar enige kind overleden. Ze had het zelf nooit over vroeger.
Haar bureau lag bezaaid met papiertjes met reeksen onleesbare getallen. We waren nog niet in het computertijdperk beland, mevrouw Braun vulde de BTW aangifte met een bibberende hand in, de belastingdienst kwam er altijd uit.

Ze was erg chauvinistisch, ze deed al haar boodschappen bij Duitse winkels. Vrijdags kwam ze niet op kantoor dan tramde ze heel Amsterdam door voor brood bij de Duitse bakker in Oost en vlees bij de Duitse slager in de Vijzelstraat. Ze woonde in de "Schpiegelschtraat" samen met een soort vriendin.

Een soort vriendin want ik heb ze nooit een aardig woord tegen elkaar horen zeggen. Ze noemden elkaar ook uitsluitend bij de achternaam (nu ik erover nadenk, wisten wij op kantoor ook niet hoe Frau Braun van voren heette). De "vriendin" heette Niggeman. Ze hadden allebei hun eigen schlafzimmer en de helft van de woonkamer. En dan bedoel ik ook letterlijk de helft. Dwars door de woonkamer was met breed plakband de scheidingslijn aangegeven. Niggeman was netjes, Braun een slordervos en dat zag je duidelijk. Visite werd consequent op de eigen helft ontvangen. Ze kookten ook allebei voor zichzelf tenzij Niggeman ziek was, dan kreeg ze van Braun (die nooit ziek was) een happie eten. Niggeman was toch een lui type, ze was nog geen 80 en werkte niet.

Na mijn eerste verbazing over haar leeftijd was ik al gauw gehecht aan Frau Braun, het was een slimme tante met veel gevoel voor humor. Ze was ook erg vrijgevig (behalve voor Niggeman) maar voor ons en voor al haar neven en nichten in Duitsland was niets te teveel.

Tegen 5 december sloeg ze bij de Duitse leverancier een enorme hoeveelheid chocoladeletters in, die liet ze op kantoor bezorgen en wij werden geacht de letters in te pakken en te adresseren. Ze hield rekening met de smaak van de Duitse neven en nichten maar maakte zich niet druk om de passende letter bij de voornaam.
Het was een heel gedoe, ik zie ons nog zitten aan de grote vergadertafel met stapels letters, een rol pakpapier, plakband en etiketten. Frau Braun aan het hoofd van de tafel met een reeks onleesbare namen op een vodje papier.
"Marianne, heb je de witte E?"
"Ja, gevonden"
"Die is voor Sabine in München, hier is het adres"
"Heb je de pure J?"
"Ja, hier"
"Die is voor Emile in Saarbrucken"

Elk jaar in november was ik twee dagen bezig met deze klus. De baas voor wie alles een reden tot een woedeaanval was, vond dit dan weer heel normaal.
Als alle letters verpakt en wel op het postkantoor waren afgeleverd kreeg ik van Frau Braun een knuffel en een witte G.

Ze is inmiddels overleden maar ik vergeet haar nooit. Als de winkels weer vol liggen met chocoladeletters, denk ik: "Een S van melkchocolade voor Gertrude".

En toen ik van de week in het kader van een cursus zag wanneer ik aan de beurt ben voor AOW (65 jaar en negen maanden) dacht ik aan Frau Braun, ze was 88 toen ik het bedrijf verliet en ze vulde elke maand nog de BTW aangifte in.




vrijdag 15 november 2013

Zwarte Piet

Soms gebeurt er iets, je ziet of hoort iets waardoor je ineens een reis terug in de tijd maakt. Je herbeleeft een bepaalde situatie of je denkt opeens aan een persoon waar je al jaren niet meer aan hebt gedacht.
Kennen jullie dat?  Ik werd door de discussie over Zwarte Piet zo'n 30 jaar terug in de tijd geplaatst.

Ik werkte in Amsterdam bij een Handelsonderneming. Het bedrijf werd geleid door de uitermate explosieve eigenaar. Een aardige man, een slimme man ook. Een beetje een vreemde man, ik heb nog nooit iemand meegemaakt met zulke sterke stemmingswisselingen. Hij kon in een tijdsbestek van enkele seconden veranderen van een gedistingeerde, charmante veertiger in een schreeuwend, vloekend en schuimbekkend monster. Omdat niet in te schatten viel wat deze transformatie op gang zou brengen was er voor ons, zijn personeel, niet op te anticiperen. Ik heb hem een keer volkomen uit zijn dak zien gaan om een postzegel die een ietsiepietsie scheef op een envelop zat.
Gevolg van dit gedrag was een enorm personeelsverloop. Ik heb er drieënhalf jaar gewerkt en heb heel wat meisjes zien komen en gaan. Ze kwamen vrolijk en enthousiast en gingen als trillende, huilende wrakken de deur uit, meestal richting ziektewet.
Een van de meisjes die vrolijk en enthousiast kwam en niet huilend maar trots en met opgeheven hoofd het bedrijf verliet heette Vivica.

Vivica was net vanuit Suriname in Nederland aangekomen en woonde bij haar oma. Ze had op sommige punten wat aparte opvattingen. Ze vond bijvoorbeeld dat ze 8 uur per nacht moest slapen, maar niet noodzakelijkerwijs in dezelfde nacht. Ze had uitgedacht dat 7 nachten van 8 uur een totaal maakten van 56 uur. Ergo, ze had 56 uur per week slaap nodig. Ze hield daar een administratie van bij. Als ze een nacht maakte van 6 uur, moest ze later in de week 2 uur inhalen. Na een kort nachtje denk ik vaak aan deze theorie.

Vivica was donker, heel donker. Het was een mooie, donkere meid met veel zelfvertrouwen.
"Ik voel me nooit gediscrimineerd" zei ze "ik ben mooi, slim en lekker bruin, het gevoel gediscrimineerd te worden, zit in jezelf".

Vivica kleedde zich bijzonder en uitbundig. Ze had een voorkeur voor gekleurde maillots, korte rokjes, petjes en gouden oorringen. Ik noemde haar, ja juist, Zwarte Piet, zij noemde mij maffe bleekscheet. We hadden een prima contact.
Onze baas was behalve driftig ook zeer politiek correct. Vivica nam het niet zo nauw met de werktijden, op een ochtend kwam ze weer ruim na openingstijd binnenhollen en de baas ontplofte.
Vivica keek hem aan of ze water zag branden, haalde haar schouders op, zette haar pet af en ging op haar plek zitten. De baas had moeite met dit gebrek aan respons en wendde zich al vloekend tot mij. Ik zei voorzichtig : "Zij is hier ook altijd het zwarte schaap".
De baas viel even stil, vergat zijn woede en begon mij de les te lezen over discriminatie. Vanaf dat moment legde hij Vivica in de watten, ze werd nooit meer uitgescholden, hij ging zelfs koffie voor haar halen. Zelfs als ze te laat was werd ze vriendelijk begroet. Zijn scheldpartijen waren voor ons, zijn blanke medewerkers.

Mijn eigen zwarte Piet lachte erom en zei :"hij denkt dat hij het goed doet, maar als iemand discrimineert is hij het wel, hij is degene die mij anders behandelt dan de blanken en dat alleen omdat ik zwart ben".

De discussie over Zwarte Piet bracht mij terug in de tijd, ik zat weer even tegenover Vivica en hoorde haar weer even duidelijk met haar Surinaamse tongval zeggen: "Ik kan nooit gediscrimineerd worden, dat zit niet in me".

 Ik heb veel van haar geleerd en ik hoop dat ze nog steeds een mooie, zwarte, onafhankelijke en kleurrijke vrouw is.


donderdag 7 november 2013

Allemaal bedankt, grazie a tutti

Van verschillende kanten heb ik klachten gehad omdat ik in oktober zo weinig blogs heb geschreven.
Dat is leuk om te horen en daarvoor dank ik jullie, grazie a tutti.
Met een blog is het schrijven niet het probleem, dat is het werk niet en met de gemiddelde blog ben ik een half uur bezig. Dan controleer ik hem en verbeter wat dingen en vervang wat woorden door leukere of betere en dat was het dan wel. Dan komt de ultieme test, Herman gaat lezen. Ik ga dan op een bescheiden afstand zitten wachten. Als Herman lacht haal ik opgelucht adem en kan ik op de knop "PUBLICEREN" drukken.
Nou zullen jullie zeggen: "En wat als Herman niet lacht"?
Goede vraag, logische vraag ook. Als dat probleem zich in de toekomst ooit zal voordoen horen jullie van me.

Het schrijven is dus niet het probleem. Het gaat erom dat je een onderwerp hebt, het moet natuurlijk wel ergens over gaan. Je moet in ieder geval de indruk wekken dat het ergens over gaat. In oktober zat ik niet lekker in me eigen vel (dit heb ik ooit horen zeggen) en het gevolg daarvan is dat ik niet opensta voor ideeën en dat dus de blogbron opdroogt. Ik merk langzaam aan dat ik weer de humor van dingen in kan zien en dat de blogs zich weer aandienen.

Ik vind het heerlijk, er is niets zo leuk als op publiceren te drukken en in de uren daarna te zien dat jullie allemaal lekker aan het lezen zijn geweest.

Ik ben toch bang dat ik de komende tijd weer iets minder tijd heb om te bloggen. Wij zijn namelijk bezig met de choreografie van ons familiedansje.
Hebben jullie het gezien op het nieuws?  Het familiedansje van de familie de Blasio? Enig toch, dat wordt volgens mij de nieuwe hype en wij gaan ermee beginnen. Ik wilde iets meer weten over het de Blasio dansje en ben een beetje aan googelen geweest. Over het dansje heb ik niets gevonden, maar ik weet inmiddels wel het een en ander van de familie de Blasio. Bill heet eigenlijk Warren Wilhelm jr. (Duitse vader), de voorouders van moeders kant komen uit Italie en heten de Blasio, om de melting pot te completeren is hij getrouwd met een Afro-Amerikaanse die vroeger lesbienne was. 
De Italiaanse kant is terug te vinden in de voornamen van zijn kinderen: Dante en Chiara.
Ook in zijn toespraak was een Italiaans tintje te vinden : Grazie a tutti. Lief toch?
Maar pas met het dansje was mijn oprechte belangstelling gewekt.

Stel je toch voor dat de nieuwe burgemeester van Utrecht op het bordes van het stadhuis samen met zijn familie een handstandje maakt. De Koninklijke familie had de abdicatie trouwens ook best wat kunnen verlevendigen. 

Ik vind het een geweldig idee en wij hebben vanmiddag onze eerste training. Ik denk dat ik in Hermans armen spring en dat hij mij dan een paar maal boven zijn hoofd rondzwiert, dan spring ik soepel weer op de grond en vervolgens gaan we de honden integreren. Het wordt nog een heel werk, maar als we ons familiedansje vervolmaakt hebben zetten we het op You Tube.
Ik hoop dat jullie tot die tijd blijven lezen, bij voorbaat allen dank daarvoor, grazie a tutti.



woensdag 6 november 2013

lopend buffet, rennend diner

We kennen allemaal de term lopend buffet, ik heb het zelf altijd een vreemde uitdrukking gevonden. Ik heb er ook niet zoveel mee. Mijn aversie stamt vermoedelijk uit de jaren '80 toen banken en geldverstrekkers nog streden om de sympathie van de tussenpersonen. In december hadden we het ene feest na het andere, het een nog luxer dan het andere.
Er was een geldverstrekker die elk jaar een thema verbond aan het feest. Het meest staat mij nog bij de Caribische avond. Een andere bank had een heel casino opgezet en een volgende had Lee Towers voor een hele avond ingehuurd. Maar hoe de avond ook opgezet was, een ding hadden ze allemaal gemeen: Het lopend buffet.
Ik had altijd last van plaatsvervangende schaamte als ik al die goedverdienende (ja, dat was toen zo) en weldoorvoede heren elkaar zag verdringen voor zo'n kraam met vreten, hun bord overvol zag laden om vervolgens de helft te laten staan. Die manier van eten stond me zo tegen dat ik de Antillen, Black Jack en You never walk alone overleefde op een handje pinda's.
Bij het verlaten van het feest kreeg iedereen nog een relatiegeschenk mee waarvoor je weer in de rij moest staan.
Die tijden liggen ver achter ons, tegenwoordig is een bank al gelukkig als ze je een memoblokje of een USB stick kunnen overhandigen.
Het gebeurt nog wel eens dat je langs een lopend buffet moet lopen (idiote uitdrukking) en dan denk ik weer aan de overvloedige jaren 80 en weg is mijn eetlust.

We leven nu in een wat snellere tijd blijkbaar, want laatst las ik bij een van mijn fb vrienden de term Running Diner. Ik herinner me trouwens dat er mensen waren die dat eind vorige eeuw ook deden. Dat waren over het algemeen de leden van de Rotary, de Juniorkamer en de Ronde Tafel.
Elke gang was bij een ander thuis, je rende dus van huis naar huis, van voorgerecht naar hoofdgerecht naar dessert (ze zullen vast geen toetje gezegd hebben).
Ik stel me zo voor dat het hedendaagse Running Diner net zoiets is.  Er zijn mensen die de organisatie hiervan erg serieus nemen. Die willen een schema voor wie wanneer waar eet, zodat iedereen elkaar spreekt.
Dit heet het Oberwolfach probleem. Dit vraagstuk deed zich klaarblijkelijk het eerste voor in Oberwolfach tijdens een wiskundeconferentie. Het probleem kan dan ook middels een wiskundige theorie opgelost worden. Het gaat me wat ver die oplossing uit de doeken te doen (als mensen hier eten verwachten ze dat je alle gangen verzorgt, dus dan volstaat een stoelendansje), maar op Google is het te vinden.
Wat een gedoe voor een hap eten. Maar goed, als je het je blij maakt, vooral doen.

Wij hebben hier onze eigen variant van lopend buffet en Running Diner. In het winkelcentrum bij ons in de buurt zit een McDonald's. Een groot gedeelte van de route die wij tweemaal daags met de honden lopen is dezelfde als de fans van McDonald's lopen.

En laat Carlie nu ook een enorme McDonald's fan zijn (eigenlijk een fan van eten in het algemeen) en ik moet ernstig opletten, want wij runnen van restje Macflurry naar gevallen beker milkshake, van bakkie met nog wat friet naar een halve hamburger.

Dit eten is niet gezond voor mensen en ook niet voor honden. Heel af en toe bezondigen we ons zelf wel eens aan een Big Mac, maar de honden krijgen alleen verantwoord eten.
Als jullie me dus met een hond aan de lijn zien zwalken, dan ben ik niet aangeschoten, maar dan ben ik op de loop voor het lopend buffet, zodat mijn hond niet de kans krijgt zich te goed te doen aan een Running Diner.

dinsdag 5 november 2013

Stresskip

Vanmiddag was het laatste onderzoek op de afdeling Cardiologie in het Flevo. Dit was een verlengde bloeddrukmeting. Ik werd door de mij inmiddels bekende Anita (zij had vorige week de plakkers op mijn borst geplakt) in een kamertje gezet en aangesloten op een bloeddrukmeetgeval.
Elke paar minuten begint dat apparaat venijnig in je bovenarm te knijpen en geeft op zijn schermpje wat cijfertjes weer. 
Ik had mijn e-reader meegenomen, het boek waar ik mee bezig ben is zo spannend dat het mij bloeddruktechnisch wat beter leek om het boek maar even opzij te leggen.

In zo'n kamertje is trouwens genoeg te zien. Op de tafel naast mij stond een bakje met tijdschriften, iemand had voor alle zekerheid met een dymotang een plakkertje gemaakt met "tijdschriften" erop, zodat daar geen onduidelijkheid over kan bestaan. Het zal je toch gebeuren dat er formulieren terecht komen in een bakje dat voor de tijdschriften bedoeld is. Op dezelfde tafel stond een bakje met suikerzakjes en een met melkcupjes. Beide voorzien van dymotang etiketjes, zodat niemand het in zijn hoofd haalt de inhoud van de bakjes te verwisselen.

De deur van het kamertje stond open, ik hoorde allerlei flarden van fascinerende gesprekken over pacemakers enzo, jammer dat ik niemand kon zien want ik zat achter een gordijntje. Aan het eind van het kamertje was een keukenblokje. Een bijzonder blokje wel, twee boven-en twee onderkastjes. Alle kastdeurtjes waren anders.  Zouden ze dat leuk gevonden hebben of was dat goedkoper (hebben ze gewoon de kastdeurtjes die over waren gebruikt)? Terwijl ik me daar in zat te verdiepen viel mijn oog op een A-viertje dat in een plastic mapje op het ene kastdeurtje was geplakt, hierop stond ongeveer de volgende tekst:

Bel in noodgevallen nummer 1234
Dan komt een collega je helpen
Bel dan het reanimatieteam
BEGIN MET REANIMEREN

Nou, dat is best confronterend als je daar aan een apparaat gekoppeld zit dat aldoor in je arm knijpt. Vervolgens bedacht ik dat er best iemand binnen zou kunnen komen, die een hand op mijn mond legt en me vervolgens wurgt. Niemand zou iets merken achter dat gordijn. Rot ook voor Anita, stel je voor dan komt ze op haar degelijke slippers binnenstruinen, leest het A-viertje, belt het noodgevallennummer, begint te reanimeren, maar helaas. Gelukkig doktoren genoeg die de doodsoorzaak kunnen vaststellen en de knapste zoekt mijn hartslag, richt zich op, schudt zijn hoofd en zegt: "bel de politie". Ik heb een morbide fantasie, ik weet het. Ik denk toch dat ik dit gegeven ga uitwerken voor een literaire thriller.

Nou dat is dus allemaal niet gebeurd, wel kwam Anita binnen, koppelde mij los en ik mocht weer naar Herman. Even later kwam de Cardioloog ons halen. 
En lieve vrienden, alles is goed. Het moest gecontroleerd worden gezien de familiegeschiedenis. 
Bloeddruk was vorige keer te hoog en nu goed (ondanks mijn moordgedachten), cholesterol was goed, zelfs de inspanningstest was naar tevredenheid (dankzij de honden en de dagelijkse wandelingen).
Het was toch een combinatie van spanningen en vermoeidheid. Soms is een harde zekerheid beter dan onzekerheid. Want zei de cardioloog tactvol:" U bent gevoelig voor spanningen."
Het leek me beter niet om de zaak heen te draaien en ik zei bevestigend:" Ja, ik ben een stresskip",
Ja, zei de charmante cardioloog:" U bent een stresskip".  Stress doet hele rare dingen met een mens.

Dit was het laatste deel van mijn avontuur op Cardiologie. Ik begin duidelijk bij te komen en voel me wat beter, ik ben niet vermoord en heb weer vertrouwen in de toekomst.






Paaltjes

Sinds ik honden heb kom ik regelmatig in allerlei bossen, maar ook voor die tijd was een flinke boswandeling aan mij besteed.

Ik hou ervan eerlijk uit te komen voor mijn tekortkomingen, dus de meesten van jullie weten dat ik het oriëntatievermogen heb van een dood nijlpaard.
Gewoon in een klein winkelcentrumpje kan ik al verdwalen, laat staan in een bos vol paden en bomen.
Als je vaker in een bos komt met je honden is er niets aan, terwijl jij je vertwijfeld afvraagt:" hoe was het ook weer, moet ik links of rechts?", kijkt je hond je wat meewarig aan en kiest gedecideerd voor links.
Je kunt daar maar het beste op vertrouwen want hier geldt:  the dog knows best.

Voor kneuzen als ik zijn de paaltjes uitgevonden. Paaltjes met over het algemeen een gekleurd bovenkantje. Ik vind het fijn als alle wandelingen een andere kleur hebben. Kies je in het begin voor geel en je volgt geel, kom je weer bij het beginpunt uit. Als je het goed doet tenminste.
Het probleem is dat er naar mijn gevoel geen uniform systeem is bij de paaltjeswandelingen.
Ik dacht altijd dat als het paaltje links stond, je ook linksaf moest. Dat schijnt niet altijd zo te te zijn.
Dan ga je links, je loopt en eind en na een paar honderd meter raak je in paniek want je ziet geen paaltje. Dus terug naar het laatste paaltje en een andere richting proberen.

Er zijn ook paaltjes die aan de bovenkant schuin zijn afgezaagd, daaruit kunt je afleiden of je links of rechts moet.
Dan zijn er wandelgebieden die maar een kleur hebben, bijvoorbeeld rood. Elke wandeling wordt dan aangeduid door een aantal rode strepen. Dan heb je wandeling rood 1 streep, wandeling rood 2 streep enzovoort.
Ik was een keer in Oostenrijk met mijn exman, exschoonzuster en huidige broer toen we met dit verschijnsel geconfronteerd werden. We waren al een paar uur onderweg en hadden getrouw de rode strepen gevolgd, toen we het systeem doorkregen. Toen we na uren en uren terugkwamen in ons huurappartement hadden we wandeling streep 1, streep 2 en streep 3 achter de rug.

Je moet erg alert zijn als je een paaltjeswandeling doet. Een gemist paaltje kan je uren tijd, je rug en je huwelijk kosten.

Vanmorgen hebben we de gele wandeling in het Pampushout gedaan, omdat ik nu wat meer tijd heb ben ik op internet eens gaan zoeken naar paaltjeswandelingen of gemarkeerde wandelingen. Er ging een wereld voor me open, nog voor je aan het wandelen bent is het ingewikkeld.
Er schijnt bijvoorbeeld een paaltjeswandeling te zijn in het Bikbergersbos. Dat klinkt gezellig, maar weet je wat er bij startadres staat: "onbekend". Voor het geval je mocht denken "Doe me dan de coördinaten maar" (het zou in mij niet opkomen, maar in jullie misschien wel), jammer, ook die zijn onbekend.
Het moge duidelijk zijn dat wij het Bikbergersbos niet aan gaan doen.

Dan is er een paaltjeswandeling in het Achterste Schaddeveld, in de beschrijving staat: "Doorgaans treft u hier een rustig gedeelte van Park Veluwezoom"
Raar, hoezo doorgaans, misschien alleen als er geen vergadering van de Veluwse heksenkring is. Of wat gebeurt er als de omstandigheden niet doorgaans zijn?

De beste paaltjeswandelingen zijn in Overloon. We zijn daar meermalen geweest en het geruststellende is dat je na verloop van tijd weet hoe die wandelingen gaan. We zijn er maar een keer verdwaald (wandeling rood) en sinds die tijd kiezen we voor paars of geel. Jammer alleen dat Herman graag filmt, dat is tot daar aan toe, maar hij doet ook de voice over. We hebben diverse films waarop hij netjes articulerend zegt: `We doen vandaag de paarse wandeling`.
Dan moet ik a. zorgen dat ik mijn bek houd (mijn gekraai op die films is niet om aan te horen) b. dat ik met mijn rug naar hem toe sta (het is vakantie dus mijn kapsel en maquillage zijn niet optimaal) c. ik moet op de paaltjes letten, want Herman gaat op in het creatieve proces van het filmen.

Een boswandeling is heerlijk, maar ontspannend? Nou nee.



zondag 3 november 2013

Dode kat

Het zal jullie niet verwonderen dat ik een fan ben van Paulien Cornelisse. Volgens mij heeft ze twee boekjes geschreven, "Taal is zeg maar echt mijn ding" en deel twee (ligt boven dus de titel houden jullie even tegoed).
Ik kan deze boeken lezen en herlezen en nog een keer lezen. Om de columns van Paulien moet ik lachen.
Er zijn perioden in het leven dat je dankbaar bent voor dingen waar je om moet lachen.
Voor mij zijn dat de herhalingen van Golden Girls en de  boeken van Paulien Cornelisse.

De oudere dames kennen Golden Girls nog wel, vier vrouwen in Miami in een huis en veel humor. Vier seizoenen zijn in Nederland op DVD uitgebracht. Ik heb ze allevier en kijk ze meestal onder het strijken.
Ik ken ze uit mijn hoofd, maar lig nog regelmatig gestrekt van het lachen op de strijkplank.

We hebben inmiddels een comedyzender waarop ook de afleveringen van Golden Girls herhaald worden die in Nederland niet zijn verschenen. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik vanaf heden mijn strijksessies kan afstemmen op de Golden Girls.

De boeken van Paulien Cornelisse lees ik voornamelijk in het bad. Ook daar heb ik nu meer tijd voor. Een heerlijk schuimend badje, een maskertje en Paulien. Ontspanning gegarandeerd.

De afgelopen weken heb ik veel aan Paulien gedacht, met name aan haar uitdrukking "mijn kat is doder".

Wie van jullie kent niet het verschijnsel dat je met iemand in gesprek bent, dat iemand vraagt hoe het met je is en dat je even nadenkt voor je antwoordt. Je had helemaal niet hoeven nadenken want je gesprekspartners zijn absoluut niet geïnteresseerd in jouw antwoord. Het kan ze geen moer schelen hoe het met jou gaat, ze zien alleen maar een gouden kans om hun eigen verhaal te vertellen.

Ben jij ontslagen? "Joh wat naar, mijn broer, neef, buurman, nicht, echtgenoot heeft ook eens in zo'n situatie gezeten".
"Oh ja?"
"Ja, en dat is een ellende geweest, maar achteraf is het toch nog goed gekomen en nou zegt hij/zij dat het zo heeft moeten zijn".


"Jezus, meid, loop je bij de cardioloog?",  nou, mijn broer, zuster, moeder, vader, buurvrouw had precies wat jij hebt" .
"Oh ja?"
"Ja, en dat viel zo mee, iedereen heeft wel iets aan zijn hart, dus het zal bij jou ook wel meevallen, behalve bij mijn neef dan. Die moest gedotterd worden en dat ging helemaal fout. Hij is nooit meer de ouwe geworden, maar dat is een uitzondering, nou sterkte hè, doei".

Dit soort gesprekken heb ik de afgelopen weken heel veel gehad.. Ik heb veel werkeloosheidsellende aangehoord en veel hartproblemen zijn met mij gedeeld. En na zo'n gesprek realiseer je je dat je niet hebt kunnen antwoorden op de vraag: "hoe is het met je?".

Ik heb er veel van geleerd, ik zal erop letten, lieve vrienden, als jullie iets aan mij kwijt willen, dat ik daar geen verhaal tegenover stel. We hebben allemaal recht op onze ellende, onze verhalen en medeleven van onze vrienden.
Als een vriend die aandacht nodig heeft, zal ik mijn ellende voor me houden. Want op zo'n moment hebben jullie recht op jullie moment.

En je hebt er niets aan (om te spreken met Paulien Cornelisse) dat als je snikkend bij me komt en zegt:: "mijn kat is dood", dat ik je dan wat geringschattend aankijk en zeg:"Nou ja, maar mijn kat is doder".

Welnee, dat wil je niet van je vrienden, je wilt armen om je heen, je wilt dat iemand met je meejankt, om jouw kat.

Laten we er allemaal eens op letten, het is best moeilijk, want hoe ouder je wordt, hoe meer dode katten er zijn om over te vertellen.