zondag 3 november 2013

Dode kat

Het zal jullie niet verwonderen dat ik een fan ben van Paulien Cornelisse. Volgens mij heeft ze twee boekjes geschreven, "Taal is zeg maar echt mijn ding" en deel twee (ligt boven dus de titel houden jullie even tegoed).
Ik kan deze boeken lezen en herlezen en nog een keer lezen. Om de columns van Paulien moet ik lachen.
Er zijn perioden in het leven dat je dankbaar bent voor dingen waar je om moet lachen.
Voor mij zijn dat de herhalingen van Golden Girls en de  boeken van Paulien Cornelisse.

De oudere dames kennen Golden Girls nog wel, vier vrouwen in Miami in een huis en veel humor. Vier seizoenen zijn in Nederland op DVD uitgebracht. Ik heb ze allevier en kijk ze meestal onder het strijken.
Ik ken ze uit mijn hoofd, maar lig nog regelmatig gestrekt van het lachen op de strijkplank.

We hebben inmiddels een comedyzender waarop ook de afleveringen van Golden Girls herhaald worden die in Nederland niet zijn verschenen. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik vanaf heden mijn strijksessies kan afstemmen op de Golden Girls.

De boeken van Paulien Cornelisse lees ik voornamelijk in het bad. Ook daar heb ik nu meer tijd voor. Een heerlijk schuimend badje, een maskertje en Paulien. Ontspanning gegarandeerd.

De afgelopen weken heb ik veel aan Paulien gedacht, met name aan haar uitdrukking "mijn kat is doder".

Wie van jullie kent niet het verschijnsel dat je met iemand in gesprek bent, dat iemand vraagt hoe het met je is en dat je even nadenkt voor je antwoordt. Je had helemaal niet hoeven nadenken want je gesprekspartners zijn absoluut niet geïnteresseerd in jouw antwoord. Het kan ze geen moer schelen hoe het met jou gaat, ze zien alleen maar een gouden kans om hun eigen verhaal te vertellen.

Ben jij ontslagen? "Joh wat naar, mijn broer, neef, buurman, nicht, echtgenoot heeft ook eens in zo'n situatie gezeten".
"Oh ja?"
"Ja, en dat is een ellende geweest, maar achteraf is het toch nog goed gekomen en nou zegt hij/zij dat het zo heeft moeten zijn".


"Jezus, meid, loop je bij de cardioloog?",  nou, mijn broer, zuster, moeder, vader, buurvrouw had precies wat jij hebt" .
"Oh ja?"
"Ja, en dat viel zo mee, iedereen heeft wel iets aan zijn hart, dus het zal bij jou ook wel meevallen, behalve bij mijn neef dan. Die moest gedotterd worden en dat ging helemaal fout. Hij is nooit meer de ouwe geworden, maar dat is een uitzondering, nou sterkte hè, doei".

Dit soort gesprekken heb ik de afgelopen weken heel veel gehad.. Ik heb veel werkeloosheidsellende aangehoord en veel hartproblemen zijn met mij gedeeld. En na zo'n gesprek realiseer je je dat je niet hebt kunnen antwoorden op de vraag: "hoe is het met je?".

Ik heb er veel van geleerd, ik zal erop letten, lieve vrienden, als jullie iets aan mij kwijt willen, dat ik daar geen verhaal tegenover stel. We hebben allemaal recht op onze ellende, onze verhalen en medeleven van onze vrienden.
Als een vriend die aandacht nodig heeft, zal ik mijn ellende voor me houden. Want op zo'n moment hebben jullie recht op jullie moment.

En je hebt er niets aan (om te spreken met Paulien Cornelisse) dat als je snikkend bij me komt en zegt:: "mijn kat is dood", dat ik je dan wat geringschattend aankijk en zeg:"Nou ja, maar mijn kat is doder".

Welnee, dat wil je niet van je vrienden, je wilt armen om je heen, je wilt dat iemand met je meejankt, om jouw kat.

Laten we er allemaal eens op letten, het is best moeilijk, want hoe ouder je wordt, hoe meer dode katten er zijn om over te vertellen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten