dinsdag 23 september 2014

Multi Casino

Het is stil op mijn blogspot. Het zal ook nog even stil blijven. Nog 11 nachtjes slapen en dan is het examen. Dan heb ik in totaal 5 uur de tijd te laten zien hoeveel ik in 5 maanden heb geleerd.

Dan moet ik 's morgens 30 meerkeuzevragen beantwoorden. Ik heb hard geleerd, dus het zou moeten kunnen lukken. Als ik maar goed lees.  Als ik maar niet, terwijl de examenzenuwen mijn strot dichtknijpen een woordje in de vraag over het hoofd zie.
Als ik de eerste vraag maar meteen weet, dat weet ik van vorige MC beproevingen, dan ga ik verder wel lekker. Als ik de eerste vraag niet weet dan zit ik naar de volgende vragen te staren alsof ze uit pure joligheid het examen dit jaar in het Fins hebben gemaakt (heb een tijdje een Finse schoonzoon gehad, maar de relatie hield geen stand). Ik ben redelijk in mijn talen, maar met Fins moest ik al snel afhaken. De Italiaanse schoonzoon is gebleven en dat is aan mij te horen. Als ik de eerste vraag mis moet ik mijzelf bij elkaar pakken en me concentreren op vraag 2.

MC staat voor Multiple Choice, dat weet iedereen, Mijn docent bij Lindenhaeghe noemt het Multi Casino en voor mij zijn het al mijn hele leven mijn initialen, MC, Marianne Croes.

MC staat voor keuze, voor gokken en voor mij. Kiezen kan heel moeilijk zijn voor mij. Ik kan soms niet eens kiezen wat ik aandoe. Dan heb ik mij, voor ik de deur uitga, al 4 keer verkleed. Dan zit niets lekker. Soms als Herman vraagt "Wat zullen we eten?" , dan weet ik dat zo niet. Dat vindt hij irritant, dus daar heb ik het volgende op verzonnen.
Ik heb mijzelf de keuze gegeven tussen andijviestamppot en nasi. Dat maakt het leven stukken eenvoudiger. Geen multiple choice meer maar dual choice.

Gokken is een stuk eenvoudiger, als ik denk aan gokken krijg ik een gevoel van roekeloosheid, met andere woorden, ik doe maar wat. Dat is op het examen niet handig, dan moet er toch enige redenering aan het kruisje voorafgaan. Dan moet je kiezen tussen de twee minst onwaarschijnlijke en dan kom ik weer in mijn twijfelzone. Dat moet niet, daar heb je de tijd niet voor.

Na de MC mag MC even lunchen, we hebben een uur pauze. Even naar het toilet en een broodje eten. Vooral mijn klasgenoten mijden want een discussie met MC over MC is uit den boze. Dan gaat MC weer twijfelen en dat is funest voor de middagopgave.

Dat is de Casus, ik heb een stapel casussen (in goed Nederlands gevallen) hier naast me liggen. Ik ga zo weer beginnen met een geval.
Ik denk dat ik over 11 nachtjes pas weer tijd heb voor een blog. De vraag is of ik er dan zin in heb, maar dat is afwachten.

Voorlopig schrijf ik niet, maar ik praat ook niet normaal, ik denk zelfs alleen maar in berekeningen en wetteksten. Ik droom van vermogensverdelingen en pensioenvereveningen.

Ik zit, als ik even niet aan het leren ben, doorlopend in mijn hoofd te repeteren. Als jullie me tegenkomen en ik groet niet is dat niet persoonlijk bedoeld. Ik zie jullie niet eens. En als het jullie opvalt dat ik in mezelf praat, grote kans dat ik een draagkrachtberekening loop te herhalen.

Mijn hoofd is een ladekastje op dit moment. Ik zorg dat alle laadjes netjes opgeruimd zijn volgende week woensdag. Dan zet ik op de laadjes wat er in zit en dan hoef ik op het examen alleen maar op juiste moment het goede laadje open te doen.

Dan doe ik donderdag niets, dringend advies van mijn docent. En op dit moment is Leo's woord wet.(tot het examen, Leo).
Vrijdag examen en na vrijdag zal wel een zaterdag komen. Dan kan ik mijn ladekastje ergens neerzetten. Wat erin zit heb ik allemaal nog nodig, maar dan is er mijn hoofd ook weer plaats voor andere dingen.

Waar heb je het over, mens?


Dan is er weer tijd om een boek te lezen, om verder te denken over de nabije toekomst, om een film te kijken. Om lekker lang de bossen in te gaan. Om af te spreken met vrienden. Dan zeg ik iedereen weer gedag als ik met de honden loop. Die zullen ook wel blij zijn als ik weer gewoon tegen ze praat:
"blijf, zit of los" in plaats van: "Ouderschapsplan en Heffingskorting".  En dan is er natuurlijk ook weer tijd voor mijn grootste hobby: lekker bloggen.

Tot dan allemaal, liefs van MC




vrijdag 12 september 2014

Verkouden

Verkouden, we zijn het allemaal wel eens en ik ben het nu. Het begon dinsdag met keelpijn en donderdag kwamen daar de niesjes, de hoesjes, de waterige oogjes, de opgezwollen lymfeklieren, de hoofdpijn en de oorpijn bij.

Het is niet ernstig natuurlijk maar een verkoudheid komt altijd ongelegen. Ik heb me wel eens ziek gemeld vanwege een verkoudheid, niet omdat ik zo doodziek voelde maar omdat mijn aanblik te onesthetisch was om tegenover klanten te gaan zitten. Of omdat ik totaal geen stem had. Voor mij altijd al een ramp maar in een beroep waarbij je dingen uitlegt een catastrofe.

Het examen Register Financieel Echtscheidings Adviseur komt met rasse schreden nader (maf dat ik deze uitdrukking gebruik, ik zeg het nooit "met rasse schreden", maar ja het staat er nu eenmaal en ik heb geen tijd om een synoniem te zoeken).

Ik heb mijzelf onderworpen aan een strak studieschema en vandaag staat de Casus Dupont-Lodewijks op het programma.  Dit was het middagprogramma van het examen van afgelopen maart. Er staat 3 uur voor de casus en van onze docent hebben we opgekregen hoelang we ongeveer over elk onderdeel mogen doen om te voorkomen dat we in tijdnood komen. Drie uur lijkt lang maar, geloof me, om de financiële situatie rondom een scheiding in kaart te brengen is het niets. En nu is alles keurig op A viertjes aangeleverd, in de praktijk komt het voor dat je de gegevens uit een schoenendoos moet halen. Aan de andere kant staat er in de praktijk niemand met een tijdklok naast je.

Ik ga die drie uur vandaag niet redden want ik moet veel niezen, hoesten en snuiten. Ik moet drinken, keelpastilles nemen en er af en toe een paracetamolletje ingooien. De tranen rollen me af en toe over de wangen wat het lezen in het wetboek niet makkelijker maakt. Maar beter nu een snotterdrama dan tijdens het echte examen.

Toen ik 20 was moest ik een vrij zware buikoperatie ondergaan. Op de ochtend van de operatie werd ik wakker met keelpijn, maar ik wilde van de buikpijn af, dus ik heb mijn mond gehouden. Na de operatie was ik echt verkouden. Dat was errug joh, hoesten en niezen met een buikwond. Dus bij alle verkoudheden daarna dacht ik "Dit valt nog mee, vergeleken met toen in het Luthers Diaconessen Huis".  Er kwam drie keer per dag een fysiotherapeut mij bekloppen. Halverwege de klopsessie moest ik op mijn buik gaan liggen. Ik voel het nog als ik er aan denk.

Kort nadat mijn goede vriend Jaap was overleden droomde ik dat hij niezend en proestend de kamer binnenkwam en met schorre stem zei : "Ik ben verkouden, ben ik al dood heb ik dat er godverd. ook nog bij".

Dus zelfs een verkoudheid roept herinneringen op. En ik vertel mezelf dat het allemaal wel mee valt.
Ten eerste heb ik geen operatiewond, ten tweede zitten er geen mensen tegenover me, ten derde beter nu dan over drie weken en ten vierde was het voor Jaap veel erger.

Ik ga me storten op het aanstaande ex-echtpaar. Of het nu echt is of niet, ik jank en ik heb de tissues onder handbereik. Dus ik benader met mijn proefexamen de praktijk.

vrijdag 5 september 2014

Nieuwe familie

We zijn met zijn velen, werkelozen van 55 jaar en ouder.  We moeten solliciteren. Dat moet tot de laatste dag dat je recht hebt op een WW uitkering, tenzij je op de dag dat je werkeloos werd 64 was.
De WW uitkering is beperkt tot maximaal 3 jaar, dus de meesten hebben tussen WW en AOW een gat. We moeten aan het werk dus. Daarbij zijn we met zijn allen een te grote kostenpost.

Het UWV trekt alles uit de kast om ons aan het werk te krijgen. De meesten hebben decennia geleden voor het laatst gesolliciteerd. In de tijd dat je een briefje schreef en, als je geluk had, een uitnodiging kreeg voor een gesprek. Dan trok je een zedig jurkje aan en je zat tegenover een belangrijke meneer. Je beantwoordde zijn vragen en als je mazzel had kon je de eerste van de volgende maand beginnen.

Ik heb zelf eigenlijk niet zulke uitgesproken herinneringen aan mijn sollicitatiegesprekken. Toen ik begin twintig was heb ik gesolliciteerd bij een Handelsonderneming. Ik werd aangenomen en heb een aantal jaren als secretaresse voor de oudere Duitse eigenaar gewerkt, Hij vond zichzelf heel belangrijk. In de eerste week ging hij naar een receptie, bij vertrek gaf hij mij het telefoonnummer van het Apollohotel met de opdracht hem daar om 16,15 op te bellen en te laten omroepen. Hij wilde dat ik mij van te voren informeerde over de voortgang van de Jom Kippoeroorlog, ik moest hem dan per telefoon op de receptie in het Apollohotel de stand van zaken doorgeven.

Ik was jong, naief en praktisch en gaf hem het advies vanaf de receptie zelf even met het nieuws te bellen, maar er was in het Apollohotel geen telefoon was het antwoord. (uiteraard speelde zich af ver voordat het mobieltje zijn intrede deed). Net toen ik wilde vragen hoe ik hem dan op het nummer kon bellen dat hij me net gegeven had begreep ik het. Die oorlog was helemaal niet zo boeiend, hij wilde gebeld en opgeroepen worden voor het geval er mensen waren die niet doorhadden wat een belangrijk persoon ze in hun midden hadden.
Toen na verloop van tijd duidelijk werd dat ik nooit had begrepen dat sex met deze belangrijke man onderdeel was van mijn arbeidsovereenkomst ben ik vertrokken.

Maakte niet zoveel uit in die tijd, je sloeg de krant open, haalde je degelijke jurk tevoorschijn en binnen de kortste keren had je weer een baan.

Dat ligt nu totaal anders, er is niet veel werk en er zijn wel veel werkelozen. Vooral veel bejaarde werkelozen. Wij zijn niet opgegroeid met computers, social media en netwerken.
Sommigen hebben er ook in hun werk niets mee te maken gehad en nu moeten ze eraan. LinkedIn, Twitter en de elevator pitch.

Terwijl ik druk bezig ben met het opbouwen van een nieuwe toekomst (bezig met stap 1 nieuwe opleiding) kreeg ik een uitnodiging van het UWV voor de cursus "Een baan voor een oudje". Het is niet een workshopje van een halve dag, nee het is een echte 10 daagse cursus. Afgelopen maandag de eerste.
Zoals Herman kan getuigen ging ik er zwaar met de pest in mijn lijf heen. Hij was blij dat ik die ochtend onder de pannen was, zo ongenietbaar was ik. Wij waren met zijn vijftigen. We kregen bij binnenkomst een naambordje en een blaadje met een half spreekwoord erop. Op de mijn stond: "moet op de blaren zitten". Ja, je raadt het al, als netwerkoefening moesten we op zoek naar de andere helft van ons spreekwoord. Ik werd dus geacht op zoek te gaan naar iemand met billen op zijn blaadje.

Tot mijn verwondering werd de ochtend steeds leuker. Mijn voornemen is om mijn eigen bedrijf op te richten als ik eind van het jaar nog geen baan heb. Maar ik heb voor beide mogelijkheden nieuwe ideeen opgedaan. We begonnen met zijn allen en vielen daarna in 3 groepen uiteen. Ik vind het erg knap van het UWV, het is een leuke opzet voor een club gedesillusioneerde bejaarden. We kregen ook huiswerk mee. Ik heb mij vanmorgen vier uur lang met echtscheidingen beziggehouden. Ik ga zo nog even lekker lezen in het Compendium familierecht. En daarna ga ik mijn huiswerk voor het UWV maken. Jullie raden nooit wat ik moet doen. Ik moet een verhaaltje schrijven. Dat ging ik nu dus doen en het werd toch weer een blog.

Lekker rustig oud worden en afbouwen? Geen idee wat dat is, het nieuwe leven is net begonnen.
Nog drie nachtjes slapen en dan mag ik weer een ochtend naar mijn nieuwe UWVamilie.

dinsdag 2 september 2014

Ciao

Begin jaren tachtig werden we collega's. Ik had met jou mijn tweede sollicitatiegesprek. De klik was er meteen. Je was humoristisch, charismatisch en slim. Ik vond je eruit zien als een combinatie van Johnny Kraaijkamp sr. en Piet Bambergen.

Jij verkocht woningen en ik zat aan de balie. In het Almere van de jaren tachtig werden voornamelijk nieuwbouwwoningen verkocht.
Die tijd met jou was de leukste tijd uit mijn carriere, we deelden lief, leed en vooral lol.

Om de spreektafels stonden schotten, vanaf mijn balie kon ik jouw gesprekken volgen.

Ik hoorde een klant vragen: "Weet u al wat voor kleur gevelsteen we krijgen, rood of wit?".
Jij had geen notie dus je zei stralend: "Oh ja, dat is die bekende nuance tussen rood en wit in".

Een onzinnig antwoord, maar jij keek de mensen zo trouwhartig aan met je blauwe ogen dat ze, helemaal gelukkig, zeiden : Oh, mooi".

We hebben een paar maanden lang onze zaterdagen doorgebracht in een bouwkeet in de Waterwijk. Jij banjerde gezellig met klanten over het bouwterrein. "Daar komen toch geen flats hè?" vroeg een verontrustte kandidaat-koper. "Welnee man, daar komt gestapelde laagbouw". En verdomd, de klant was tevreden en kocht het huis.

Met de herinneringen aan onze tijd samen zou ik een boek, wat zeg ik, een trilogie kunnen vullen.

Zoals aan alles kwam ook aan onze samenwerking een eind. Maar we hielden contact. Als er iets was, belde ik jou en jij mij. Onze gesprekken, hoe zwaar ook, eindigden altijd met een lach.

Je bent er niet meer, je werd ziek, erg ziek. Vlak voor je overlijden ben ik bij je geweest,  we hebben zwijgend hand in hand gezeten. We hoefden niets te zeggen, we begrepen elkaar zo ook wel. Ik heb je een zoen op je voorhoofd gegeven . "Ciao Mar" waren je laatste woorden.

Een paar dagen later stierf je vroeg in de ochtend. Ik werd vroeg wakker en zat op de bank, die ochtend. Ik wist dat er een SMSje zou zijn en keek op mijn telefoon. Je was er niet meer. Achteraf bleek dat ik wakker werd op het moment dat jij onregelmatig ging ademen en dat ik mijn telefoon pakte toen jij stierf.

Je bent er niet meer, maar je bent niet weg. Soms loop je een stukje met me mee. Soms, als het leven moeilijk is, verschijn je in mijn dromen. Dan word ik altijd lachend wakker.

Soms als er iets gebeurt, is mijn eerste impuls jou te bellen. Je mobiele nummer staat nog in mijn telefoon met je foto erbij. Ik kijk er wel eens naar, maar ik bel je niet. Je zult niet opnemen. En stel je voor dat je dat wel doet, dan bel ik vast ongelegen. Ik hoor je al zeggen :"Martha, nou even niet hoor, ik ben net een lekker wijf met vleugels aan het versieren" of "Mar, je hoort nog van me, ik moet nu met Petrus de dossiers doornemen".

Dat deden wij vroeger onder het bureau, de dossiers doornemen, weet je nog?. Dan hadden we even rust. Wij vonden dat niet raar en onze collega's ook niet meer.

Ik zou je willen bellen om te zeggen dat Ee(zie Ee) binnenkort komt, met Ee heb je na mij gewerkt en ook voor haar ben je nog niet weg. Je zou willen dat ik Ee een dikke kus van je gaf en dat ga ik doen.

Maar ik bel je dus niet. Dat is ook eigenlijk niet nodig. Je komt regelmatig even langs, op tijden dat het jou uitkomt. Blijf dat doen alsjeblieft, daar word ik altijd zo vrolijk van.