zaterdag 25 januari 2014

Snoepwinkel

"Snoepwinkeltje

In de donkere straat, 
Waar 't belletje gaat, 
Kletst 't deurtje al rinkelend open. 
Komen in 't kamertje klein, 
Bij 't lampenschijn, 
De kleutertjes binnengeslopen. 

Een dappere vent 
in zijn vuistje een cent 
komt naar voren en blijft grinnikend zwijgen. 
Tot de koopvrouw geleerd, 
zijn fortuin inspecteert
en vertelt wat hij daarvoor kan krijgen. 

't Is een reep zwarte drop 
koek met suiker erop, 
een kleurbal, een zuurbal, een wafel, 
een zoethouten stok 
en een kleurige brok 
't ligt alles bijeen op de tafel. 

Als de kapitalist 
zich wat dikwijls vergist 
en de koek met de suiker verkruimelt. 
Zegt de juffrouw verwoed 
dat hij 't kostlijke goed 
met zijn smerige vingers beduimelt. 

De kleuter verbaasd 
dat de juffrouw zo raast 
smoest stiekem wat met zijn kornuiten. 
De keus wordt bepaald 
en de kleurbal betaald 
en dan slenteren ze schooierend naar buiten. 

In de donkere straat 
waar het groepje nu gaat 
wordt hevig gewikt en gewogen. 
Dan zuigen ze om beurt 
tot de bal is verkleurd 
en de droom en illusie vervlogen." *

Toen ik klein was kon mijn vader eindeloos verhaaltjes vertellen, hij las niet voor maar vertelde verhaaltjes die hij ter plekke verzon. Ik was heel klein maar ik zal zijn creatie Pukkie Beremans nooit vergeten. Mijn moeder had niet zo veel geduld, maar bovenstaand gedichtje zei ze wel eens voor me op.

Ik moet altijd aan dit gedichtje denken als de reclame van de caramelwinkel op de tv is. Kennen jullie die reclame? Die mevrouw die terugdenkt aan de eerste keer dat ze in een caramelwinkel kwam. Elke keer kijk ik weer in stomme verbazing naar die reclame. Caramelwinkel? Zijn jullie wel eens in een caramelwinkel geweest? Ik nooit, ik heb er zelfs nog nooit een van buiten gezien. Een winkel waar ze alleen en uitsluitend caramel verkopen bedoel ik. Over die hele reclame hangt een gouden glans, een sfeer van diepe dankbaarheid voor de caramel in zijn  algemeenheid en die ene in het bijzonder. Want als je die toffee tussen je kiezen plakt weet je opeens hoe bijzonder je bent.

Ik ben nooit zo bijzonder geweest, wij kregen weleens een dubbeltje en soms zelfs een kwartje om te versnoepen. Bij ons om de hoek zat een snoepwinkeltje. Een klein winkeltje met een toonbank van glas, onder dat glas lagen de spekkies, de sleuteldroppen en de toverballen. Ik begreep pas veel later waarom mijn moeder ons naar dat winkeltje stuurde met de woorden: "ben je niet zalig, ben je toch uit de voeten".
Als ik naar die gouden caramelreclame kijk denk ik aan het snoepwinkeltje in de Frans Halsstraat in Amsterdam en aan mijn moeder.

Dan loop ik weer door de Frans Halsstraat en zie ik ook die andere winkels weer voor me. Vroeger deed de middenstand geen pogingen flitsende namen voor hun winkeltjes te verzinnen. Achter de aanduiding van hun handel stond gewoon hun eigen naam. We hadden  bijvoorbeeld Slagerij de Graaf, Drogisterij van de Groep en IJsssalon Reekers. Als er visite was en mijn moeder wilde het diner een feestelijk tintje geven werden wij naar IJssalon Reekers gestuurd. Meneer Reekers schepte vanilleijs in bakjes. De gelatocultuur had nog niet toegeslagen. Op dat vanilleijs werd een fel kleurend siroopje geschonken, daarover heen kwam een kwak slagroom, en voila, we hadden een sorbet.

Het had wel wat, al die kleine winkeltjes in een simpele wereld in de Amsterdamse pijp.
Wij wonen in Almere, vlakbij Doemere. Doemere is een goede term, als je daar wat koopt moet je wat doen. Je vindt er de Gamma, de Praxis, Kwantum, keukenboeren (rare maar leuke term) en winkels met behang en vloerbedekking. Vaak hebben die winkels leuke namen. Er zit een lunchroom met de jolige naam "Eettalage".
Behalve Doemere hadden we tot voor kort een "Bloemmere" en een "Shoemere". De laatste twee zijn er allebei nietmere.

Als ik met Carlie de sanitaire ronde doe zie ik Doemere aan mijn linkerkant. Sinds kort zit er (hoe toepasselijk) een sanitairwinkel met de naam Sanidump. Een beetje enge naam. Bij dumpen heb ik toch een wat negatief gevoel. 

Tegenover Doemere, aan mijn rechterhand, zitten ook nog drie winkels. Een lampenwinkel, een retteketet beddenwinkel en een babywinkel. Die babywinkel heet, hou je vast, Babydump.
Ik weet niet hoe het met jullie is maar bij die naam heb ik hele rare fantasieën. Ik zie een soort enorme container voor me met baby-onderdelen. Zodat je zelf voor een schappelijk prijsje je baby kunt samenstellen.

Ja, met sommige winkelnamen heb ik moeite. Gelukkig hebben we hier in Almere ook Smikky, de moderne uitvoering van mijn oude snoepwinkeltje en een naam die de lading dekt.

*Gedichtje het Snoepwinkeltje van Manna de Wijs Mouton, eind 19e, begin 20e eeuw.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten