zaterdag 17 augustus 2013

Poesiealbum

"Twee open oogjes, een hartje van goud"




Dit schreef ene Ellen in 1962 in mijn poesiealbum.

Vanwege een ontstoken oog breng ik dit weekend voornamelijk in duisternis door. Heb er eerder last van gehad.  De oorzaak was een combinatie van rondvliegende stofdeeltjes en airco. Ik mijd de airco zoveel mogelijk maar in mijn kleine, inpandige kantoortje was het met de warmte niet te doen. Vooral als je beseft dat je er zelf net zo rood en glimmend uit moet zien als de mensen tegenover je. Omdat vorige keer het hoornvlies vol gaten zat, besloot ik het niet weer zover te laten komen.
Al zoekende naar mijn zonnebril op sterkte (lenzen zijn nu streng verboden) stuitte ik op mijn oude poesiealbum.
Raar dat je nooit meer aan zo'n ding denkt maar het toch je hele leven met je meesleept.

Ik kreeg dit album van Sinterklaas op 5 december 1959.  Mijn moeder had het in opdracht van Sinterklaas gekocht en dat was te zien. Al mijn vriendinnetjes hadden van die schreeuwerige en zoetige boekjes. Mijn moeder hield daar niet van en dus had ze zonder verder overleg met Sinterklaas voor mij een saai, beige album gekocht met een slot. Ik vond het toen niet leuk en nu nog niet. Vandaar dat ik er zo weinig in kijk. Het was misschien in ogen van volwassenen in 1959 een smaakvolle keus maar kleine meisjes hebben geen smaak. En elke keer als ik mijn saaie album in handen heb gaat er een steek door me heen. De steek van teleurstelling op Sinterklaasavond 1959 doet zich elke keer weer voelen.

Maar ruilen was er niet bij, hier zou ik het mee moeten doen. Ik vroeg nog voorzichtig "waarom?", maar ik wist het antwoord al :"omdat ik het zeg". Einde discussie en nu zit ik met een van mijn jeugdtrauma's in handen.

Mijn moeder was zo verbolgen over mijn ondankbaarheid dat ze op de eerste bladzijde schreef:

Tevredenheid, dat is een gunst
Tevreden zijn dat is een kunst
Tevreden blijven een groot geluk
Tevreden worden een meesterstuk

Op zich best mooie woorden, maar waarom zo belerend en eigenwijs eronder: "Dit zet ik op dit albumblad, omdat het zoveel goeds bevat".  Ze is er niet meer, maar anders had ik graag nog eens een gesprek over tevredenheid met haar gevoerd.

Lelijk of niet, het album is wel een herinnering aan een periode van mijn leven.

Ik weet nog dat juf van de Walle uit de tweede klas een lief gedichtje had geschreven, ze had de krullerige hoofdletters nog met kleurtjes versierd en ik vond het prachtig. Alleen had juf verzuimd een plaatje naast haar gedicht te plakken. In mijn kinderlijke wansmaak vond ik die plaatjes schitterend, hoe meer glitter hoe beter. Ik hoorde juf tegen mijn moeder zeggen: "daar komt een tekening van Bart". Mijn moeder vond het geweldig maar ik was volledig in de stress. Bart was de verloofde van juf en zelfs als zevenjarige zag ik dat Bart erg lelijk was. Ik heb er wakker van gelegen; een afbeelding van lelijke Bart in mijn lelijke album. Gelukkig had ik het volkomen verkeerd begrepen. Ik dacht dat er een portret van Bart zou komen, maar hij tekende naast het gedichtje een bloemenstilleven.

De tekening van Bart


Al bladerend door mijn lelijke album zag ik al die meisjes weer voor me, de meesten dan.
Het rijmpje dat me nu het meest raakte was niet van een meisje dat erg veel indruk heeft gemaakt, het gedicht echter hakt er nu behoorlijk in.

Lilian schreef op de linkerbladzijde: lidje, laadje, trauw nooit met een soldaatje. Er schreven wel meer meisjes losse kreten op de linkerbladzijde. Maar het rijmpje van Lilian op de rechter bladzijde, dat is pas echt erg:



10 zijn je kinderjaren
daar is weinig tegen in te brengen,

20  is de tijd van sparen
daar kan Lilian achteraf gezien gelijk in gehad hebben

30 moet je zijn getrauwt,
daar heb ik me aan gehouden Lilian, het huwelijk heeft geen stand gehouden, maar ik moest van jou op tijd trauwen.

40 is daarvoor te oud 
dat kan jij vinden Lilian, maar gezien je vorige stelling moest ik het ruim na mijn dertigste nog een keer proberen.

Nu wordt het  pas echt erg:
50 gaat je leven zakken
dat is nogal een boute uitspraak, de vijftigers van nu zijn heel wat fitter dan die bejaarden van toen wij klein waren, maar dat kon jij ook niet weten.

60 krijg je ongemakken
hier moet ik Lilian gelijk in geven, de leesbril is onmisbaar, je figuur verandert en je kan niet meer doorzakken zonder er de volgende dag als een oud lijk uit te zien en in mijn geval doen de knieƫn niet meer zo lekker mee.

70 daalt je leven af 
wat bedoelde je daar precies mee, Lilian? Het was fijn geweest als je dat even had uitgelegd, nu moet ik maar afwachten.

80 sta je bij het graf 
bij wie zijn graf? Dat zeg je er niet bij, niet mijn eigen graf neem ik aan. Of bedoelde je dat je dan je graf staat uit te zoeken? Of wou je eigenlijk zeggen: "met 1 been in het graf?"

90 hoop je nog te leven
ik moet je eerlijk zeggen, Lilian, nadat ik vanmorgen per ongeluk dat rotalbum vond weet ik niet of ik dat hoop.

En dan dat stichtelijke einde, Lilian toch, we zaten op een christelijke school, maar kon dit niet wat origineler?

100 zij door god gegeven.

Dan sluit Lilian af met: je schoolvriendin, Lilian Visser.

Mooie vriendin was jij, Lilian Visser. Ik kan me je niet herinneren en dat is maar goed ook, wat een rotgedicht.

Nee, dan het gedicht van Bea:
Twee blauwen ogen,
Een hartje van goud
een zuiver geweten
zorg dat je dat houd.
Een lief gedichtje, jammer dat het niet klopt, ik heb nooit blauwen ogen gehad, ik heb goenbruinen ogen die nu ontstoken zijn. Ik heb ook mijn twijfels bij het hartje van goud en mijn geweten plaagt me weleens.

Dicht dat album en weer in de bureaula, ik zet mijn zonnebril op ( ja, die heb ik ook gevonden) en hoop dat ik gauw weer twee open oogjes heb.

Ik vraag me af met wat voor ongemakken Lilian Visser worstelt, we zijn tenslotte even oud.

van mijn Tante Gerda,gelukkig met plaatje







Geen opmerkingen:

Een reactie posten