donderdag 18 juni 2015

In het spoor van de natuur

Ik heb al eens uitgelegd dat Herman en ik niet handig zijn in wandelen. Ik bedoel niet het lopen, een voet voor de andere en dat alsmaar herhalen, dat lukt wel.  zie paaltjeswandeling

Maar met het oriĆ«nteren loopt het niet altijd soepel. We hebben wel eens een wandeling uitgezocht en dan konden we het startpunt niet vinden, zodat we na uren rondrijden in afnemende harmonie toch weer in ons gebruikelijke bos terecht kwamen. De honden keken na het uitspringen vertwijfeld om zich heen. Zo vreemd dat we na zo’n lange rit gewoon weer op 10 minuten van ons huis eindelijk kunnen rennen.

We hadden ons vast en zeker voorgenomen het tijdens onze vakantie in Belgisch Limburg goed aan te pakken. Op de eerste dag ben ik een krantenwinkeltje ingewandeld op zoek naar een wandelkaart. Ik werd te woord gestaan door een oudere Flamande met een pruik op. Begrijp me goed, ik ben niet tegen pruiken. In tegendeel, ik ben zeker en vast van plan een pruik te nemen als mijn haar ooit zo dun wordt dat de schedel er doorheen schemert. Maar dan wil ik wel een mooie pruik en niet zo’n pruik die lijkt te roepen:”Ik ben een pruik”.
Ik vroeg aan de Flamande in mijn beste Vlaams of ze een kaart van de omgeving verkocht. Nee, dat deed ze spijtig genoeg niet.  Ze had wel kranten, tijdschriften en een onwaarschijnlijke hoeveelheid wenskaarten in de aanbieding.  Leuke wenskaarten, maar voor een goedlopende wandeling door het groene Limburg van BelgiĆ« niet echt doeltreffend.

La Flamande was de hulpvaardigheid zelve, ik vertelde haar dat ik volkomen onbekend was in Zutendaal, sterker nog dat ik tot voor kort nog nooit van Zutendaal had gehoord.
We moesten ergens beginnen en ze vroeg hoopvol:” Kent u de Molenblookstraat?”. Nou nee, dus, ik ken niets en niemand in Zutendaal.
Ze dacht even na en zei toen stralend: “Maar de Dennenbosstraat kent u toch zeker wel?”.
Ik begon me behoorlijk dom te voelen. Om nou nog een keer te zeggen dat Zutendaal nieuw voor me was vond ik ook wat vervelend worden.

Opeens wist ik wat ik wist in Zutendaal. Delhaize, op het parkeerterrein van de verloofde van Albert Heijn had ik de familie achtergelaten. Toen was het een fluitje van een cent, ze heeft me verteld welke kanten we niet op moesten. Na een kwartier heb ik haar hartelijk bedankt en kwam zonder enige bruikbare informatie terug bij Herman en de honden. En toen zagen we een bord met de volgende tekst: “Blotevoetenpad, dienst toerisme en bezoekersonthaal”.
Daar aangekomen hadden we al gauw een bos gevonden waar de honden konden rennen. Ze moeten hier overal aan de leiband, maar geen Belg houdt zich daaraan. We hebben ons dus aangepast, de honden los en wij houden de leiband in de aanslag. Na de wandeling hebben we bij het bezoekersonthaal een wandelbox aangeschaft.

Nou, dat is even een goede investering. Er zitten 10 kaarten in met in totaal meer dan 400 km wandelplezier. We hebben maar twee weken, dus geen seconde te verliezen.
Per kaart meerdere wandelingen, allemaal anders gemerkt. Met een geel ruitje of een groen blokje.
Dat niet alleen, de adressen van de startpunten staan ook op de kaart. ’s Morgens nog in het chalet voert Herman in onze nieuwe navigatrice Heleen het adres in. Onder leiding van Heleen tuffen we erheen, zoeken de eerste paal met het merkje van onze keuze en komen twee uur later moe maar voldaan weer terug op het startpunt.

Het voordeel van dit systeem is dat je halverwege terug kunt gaan als je denkt dat de hele wandeling te veel wordt. Want ook bij wandelingen geldt, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Vandaag een rustdag, maar morgen gaan we weer, we hebben nog 6 kaarten te gaan. Dat gaan we niet redden, maar wij zijn zo onder de indruk van Zutendaal (het groenste snoepje van Vlaanderen) dat we zeker en vast nog eens terugkomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten