vrijdag 20 september 2013

Demonen

Soms is er een periode in het leven dat ik zijn aanwezigheid vlak voor het wakker worden al voel. Ik houd krampachtig mijn ogen dicht, probeer hem nog even buiten te sluiten. Tevergeefs, hij wringt zich achter mijn oogleden, daar zit hij, op het ladekastje met een valse grijns en zijn kleine oogjes dichtgeknepen, mijn grote vijand. Zijn naam is angst. Ik draai me om, duw mijn gezicht in het kussen en ik voel ze friemelen, ze lopen over mijn rug en knijpen in mijn armen, de etterbakken, de zorgjes.
Ik gooi me op mijn rug en open mijn ogen en daar hangt ze in een wit gewaad aan een touw aan het plafond, zwaaiend met een vermanend vingertje, mijn vijandin het schuldgevoel.
Ik stap uit bed en stommel naar de badkamer, daar word ik opgewacht door een arrogante dame in een rode jurk, haar naam is spijt.
Ik zit nu blijkbaar is zo'n periode.

Ik doe oude kleren aan en loop naar beneden.
Halverwege de trap hoor ik ze al, acht trippelende pootjes, ik kom de kamer in en word opgewacht door twee blij kwispelende honden. Ik laat mijn demonen voor wat ze zijn en geef me over aan de ochtendknuffel. Met zijn drieën doen we de knoppenronde: lichtknop, televisieknop, computerknop en niet onbelangrijk, de Senseo knop. Achter de Senseo zit hij vrolijk naar me te zwaaien: mijn trouwe vriendje dankbaarheid. Na de eerste kop koffie lijn ik een van de honden aan en begin aan de eerste ronde.

Onderweg komt langzaam de dagploeg bij me binnen, kijkend naar mijn blij huppelende hond zie ik een glimlachende fee achter haar staan, ik herken haar, ze heet vreugde.
Terug thuis ontbijt ik samen met mijn man, we kijken ondertussen naar het nieuws en we praten en we lachen wat. Tussen de pindakaas en de hagelslag rennen ze stoeiend achter elkaar aan in hun felgekleurde pakjes, humor en hoop.

Als ik onder de douche vandaan kom staat zij daar, ze geeft me een zachte handdoek aan, ze heet vertrouwen.

Onderweg naar kantoor komt er iemand naast me lopen, hij geeft me een stevige hand, mijn steun en toeverlaat, mijn eigen doorzettingsvermogen. Ik recht mijn schouders en ga sneller lopen.

Het wordt tijd dat ik de nachtploeg ontsla en de dagploeg continudienst laat draaien.

Gelukkig werkt de nachtploeg tijdelijk, ze worden alleen opgeroepen in tijden van onzekerheid, vermoeidheid of stress.

Ik ga aan het werk, omringd door mijn dagploeg, allemaal bij elkaar heten ze optimisme.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten