Morgen is het zover, morgenochtend moet ik me melden in het Flevoziekenhuis. Ik zie er best tegenop, waarom weet ik niet, Ik krijg een ruggenprik, dat vind ik ontzettend eng klinken, maar de ervaringsdeskundigen zijn er zo enthousiast over dat het bijna een feestje lijkt.
"Je gaat voorover zitten, je voelt een prikje, echt een speldeprik in je vinger is erger, en zoooo leuk, je benen worden meteen gevoelloos". Ik heb zoveel goede recensies over de ruggenprik gehoord dat ik er bijna naar uitkijk. Ook het langzame terugkomen van het gevoel in je benen schijnt een bijzondere ervaring te zijn. Vervolgens krijgt Croesje een Roesje en dan word ik op tijd wakker voor het revival-van-de-benen spektakel.
Je verwacht dat je na zo'n ingreep meteen naar huis mag. Maar ze vinden het gezellig als ik nog een nachtje blijf. Ik heb dus een overnigthbag gepakt. Raar hoor, op de heenweg doe ik gewoon een spijkerbroek aan, maar het is allerminst zeker dat ik die weer over mijn, straks verbonden, voet krijg, Tape of gips, daar zijn de orthopeed en ik nog niet helemaal uit. Voor alle zekerheid een broek met wijde pijpen ingepakt. Dan moet je in bed iets aan, Thuis draag ik meestal een slobberig shirt dat ik ooit op Curaçao heb gekocht voor een paar Antilliaanse guldens. Die hempies zijn niet netjes genoeg voor buitenstaanders, dus mijn enige, ooit om onduidelijke redenen aangeschafte, pyjama ingepakt.
Een een lang T-shirt voor het geval de pyjamabroek ook niet over mijn voet kan,
Ik kreeg van iemand de suggestie dat een duster ook wel handig zou zijn. Ik heb bij mijn laatste operatie ( bijna 25 jaar geleden) van mijn moeder een roze pennewaar gekregen. Zo noemden ze bij ons in de familie een kamerjas, een pennewaar. Dat is een dun floddertje, dus ingepakt.
Ik zal blij zijn als het voorbij is. Dat is raar want ik heb eigenlijk prima herinneringen aan de keren dat ik in een ziekenhuis heb gelegen.
Toen ik 10 was heb ik maandenlang in een zeer christelijk hospitaal op de Overtoom gelegen. Op zondag werd het imposante trappenhuis bevolkt door verpleegsters die een paar uur lang psalmen ten gehore brachten. Leuk hè? Ik denk niet dat zoiets vandaag de dag nog gebeurt. Eigenlijk heb ik een geweldige tijd gehad daar.
Toen ik 14 was is mijn blindedarm verwijderd in een chique kliniek aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid. Die kliniek was gespecialiseerd in het behandelen van spataders. Omdat mijn blindedarm haast had en nergens anders plek was, werd ik daar geplaatst. Ik lag een gezellig zaaltje met vrouwen met verbonden benen. Elke dag moesten ze "fietsen". Geen gezicht al die ingezwachtelde zwiepende benen. Toen stond een blindedarm nog garant voor twee weken ziekenhuis en dat waren gezellige weken.
Omstreeks mijn twintigste dacht mijn baarmoeder dat zij een buitelaar was. Dat bracht nogal wat ongemak met zich mee, dus zij moest vastgezet worden. Twee weken ziekenhuis, waar ik alleen maar leuke herinneringen aan heb.
En nu de voet, ook dat overleef ik wel weer, Hoewel ik voor alle zekerheid een briefje in de polismap heb gedaan voor Herman. Zodat hij weet wat hij waar kan incasseren ter compensatie van de leegte die ik achterlaat als het niet goed afloopt.
Ik ga nu even strijken, zodat ik alles netjes achterlaat, en even controleren of alles wat ik nodig kan hebben in mijn tasje zit.
Ik moest opeens denken aan mijn exbuurvrouw Toos, ze moest een aantal jaren geleden best een ingrijpende operatie ondergaan. Ik hielp haar met haar koffertje inpakken. Tot mijn stomme verbazing had deze 65 jarige als postoperatieve outfit een zwartkanten babydoll aangeschaft. "Als ik daar toch lig dan wil ik ook sexy zijn voor de dokters".
Arme, positieve Toos, Dan ben je doodziek en hoop je een chirurg te kunnen versieren in je zwarte babydoll.
Van mijn geruiten pyjama zal geen dokter verkeerde ideeën krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten