Ik heb al eens uitgelegd dat Herman en ik niet handig zijn
in wandelen. Ik bedoel niet het lopen, een voet voor de andere en dat alsmaar
herhalen, dat lukt wel. zie paaltjeswandeling
Maar met het oriƫnteren loopt het niet altijd soepel. We
hebben wel eens een wandeling uitgezocht en dan konden we het startpunt niet
vinden, zodat we na uren rondrijden in afnemende harmonie toch weer in ons
gebruikelijke bos terecht kwamen. De honden keken na het uitspringen
vertwijfeld om zich heen. Zo vreemd dat we na zo’n lange rit gewoon weer op 10
minuten van ons huis eindelijk kunnen rennen.
We hadden ons vast en zeker voorgenomen het tijdens onze
vakantie in Belgisch Limburg goed aan te pakken. Op de eerste dag ben ik een
krantenwinkeltje ingewandeld op zoek naar een wandelkaart. Ik werd te woord
gestaan door een oudere Flamande met een pruik op. Begrijp me goed, ik ben niet
tegen pruiken. In tegendeel, ik ben zeker en vast van plan een pruik te nemen
als mijn haar ooit zo dun wordt dat de schedel er doorheen schemert. Maar dan
wil ik wel een mooie pruik en niet zo’n pruik die lijkt te roepen:”Ik ben een pruik”.
Ik vroeg aan de Flamande in mijn beste Vlaams of ze een
kaart van de omgeving verkocht. Nee, dat deed ze spijtig genoeg niet. Ze had wel kranten, tijdschriften en een
onwaarschijnlijke hoeveelheid wenskaarten in de aanbieding. Leuke wenskaarten, maar voor een goedlopende
wandeling door het groene Limburg van Belgiƫ niet echt doeltreffend.
La Flamande was de hulpvaardigheid zelve, ik vertelde haar
dat ik volkomen onbekend was in Zutendaal, sterker nog dat ik tot voor kort nog
nooit van Zutendaal had gehoord.
We moesten ergens beginnen en ze vroeg hoopvol:” Kent u de Molenblookstraat?”.
Nou nee, dus, ik ken niets en niemand in Zutendaal.
Ze dacht even na en zei toen stralend: “Maar de
Dennenbosstraat kent u toch zeker wel?”.
Ik begon me behoorlijk dom te voelen. Om nou nog een keer te
zeggen dat Zutendaal nieuw voor me was vond ik ook wat vervelend worden.
Opeens wist ik wat ik wist in Zutendaal. Delhaize, op het
parkeerterrein van de verloofde van Albert Heijn had ik de familie achtergelaten.
Toen was het een fluitje van een cent, ze heeft me verteld welke kanten we niet
op moesten. Na een kwartier heb ik haar hartelijk bedankt en kwam zonder enige
bruikbare informatie terug bij Herman en de honden. En toen zagen we een bord
met de volgende tekst: “Blotevoetenpad, dienst toerisme en bezoekersonthaal”.
Daar aangekomen hadden we al gauw een bos gevonden waar de
honden konden rennen. Ze moeten hier overal aan de leiband, maar geen Belg
houdt zich daaraan. We hebben ons dus aangepast, de honden los en wij houden de
leiband in de aanslag. Na de wandeling hebben we bij het bezoekersonthaal een
wandelbox aangeschaft.
Nou, dat is even een goede investering. Er zitten 10 kaarten
in met in totaal meer dan 400 km wandelplezier. We hebben maar twee weken, dus
geen seconde te verliezen.
Per kaart meerdere wandelingen, allemaal anders gemerkt. Met
een geel ruitje of een groen blokje.
Dat niet alleen, de adressen van de startpunten staan ook op
de kaart. ’s Morgens nog in het chalet voert Herman in onze nieuwe navigatrice
Heleen het adres in. Onder leiding van Heleen tuffen we erheen, zoeken de
eerste paal met het merkje van onze keuze en komen twee uur later moe maar
voldaan weer terug op het startpunt.
Het voordeel van dit systeem is dat je halverwege terug kunt
gaan als je denkt dat de hele wandeling te veel wordt. Want ook bij wandelingen
geldt, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Vandaag een rustdag, maar morgen gaan we weer, we hebben nog
6 kaarten te gaan. Dat gaan we niet redden, maar wij zijn zo onder de indruk
van Zutendaal (het groenste snoepje van Vlaanderen) dat we zeker en vast nog
eens terugkomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten